De Vrije Amsterdammer: Frank de Grave, kandidaat Eerste Kamerlid

Frank de Grave over zijn aankomend lidmaatschap van de Eerste Kamer, paars en Amsterdam. 'Go with the flow is niet mijn levensmotto'.

Frank de GraveWe ontmoeten Frank de Grave in Panama, voorafgaand aan de Masterclass waarin hij college Introductie Liberalisme gaat geven. Hij heeft een indrukwekkende loopbaan waarin functies als wethouder in Amsterdam, minister en staatssecretaris prijken, maar vandaag gaat het vooral over zijn aanstaand senatorschap.

Wie is je vader en wie is je moeder?

Dat is een makkelijke vraag, ik ben bij Jurgen Rayman geweest. Mijn moeder is al heel jong getrouwd en mijn vader overleed bij een auto-ongeluk toen ik 1 was. Toen ik zeven was is ze hertrouwd met een beroepsmilitair, een arbeiderszoon uit Groningen. Alles wat rood was ging door zijn handen, hij kwam uit een hardcore sociaal democratisch milieu. Mijn moeder kwam uit een deftig katholiek geslacht. Mijn moeders familie staat nog vermeld in het zogeheten Patriciërs boek waar alle deftige families van Amsterdam in staan. Mijn ouders waren a-politiek, ik ben zelf een product van de jaren 70, een voorbeeld van het wegvallen van de zuilen.

Waarom ben je een VVD-er?

Ik wilde geen keuze maken op basis van het geloof, dan kun je naar links of naar rechts. In die tijd stond er eens ‘militairen zijn moordenaars’ in de schoolkrant. Daar ben ik tegen in gegaan. De tijdgeest was toen vrij links, maar ik ben altijd recalcitrant geweest. Als iedereen A zegt wil ik me verdiepen in B. Het liberalisme sprak mij aan, het beste uit jezelf halen en beleid voor degenen die dat niet kunnen. Ik heb toen direct een lokale afdeling van de JOVD in Assen opgericht.

Heeft het feit dat je voor een groot deel door een militair bent opgevoed een rol gespeeld bij het feit dat je later minister van defensie bent geworden?

Nee, volstrekt niet. Ik ben ook staatssecrtaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geweest. Ze zochten een generalist om een aantal problemen op dat ministerie op te lossen en Bolkestein wees op basis van die reden mij aan. Maar mijn achtergrond heeft me wel geholpen. Als je bij de Koningin bent geweest na je benoeming tot minister staat Ferry Mingele bij de uitgang en stelt een vervelende vraag, bij een minister van landbouw bijvoorbeeld ‘weet u hoeveel varkens er in Nederland zijn?’ In mijn geval wees hij op een meneer die iets verderop stond en hij vroeg welke rang die had. ‘Commodore van de luchtmacht’ zei ik, Ferry Mingele was zeker een halve minuut met stomheid geslagen.

Wat is je favoriete plek van Amsterdam?

Het Beatrixpark. Als kind ging ik met mijn moeder en zusje naar dat park. In 1983 kwam ik terug in Amsterdam en ging ik er met mijn eigen kinderen heen. Het voelt alsof de cirkel van het leven dan rond is. En op warme zomeravonden ga ik er heen met vrienden, een kleine barbecue en een fles witte wijn.

Wat zijn je doelen als Eerste Kamerlid?

Prachtige vraag, maar laten we heel reëel zijn. De 1e Kamer is niet de 2e Kamer. Onverstandig, de indruk die onze linkse vrienden momenteel wekken. De 1e Kamer dient te beoordelen of wetten legitiem zijn, of de politieke opportuniteit niet te zwaar heeft gewogen. De bezuinigingen op cultuur zijn daar een goed voorbeeld van, de bezuinigingen zelf zijn legitiem, de 2e Kamer heeft het recht te bepalen dat aan bepaalde zaken meer of minder geld wordt uitgegeven. Maar er dient wel een behoorlijke termijn in acht te worden genomen zodat wie het betreft de tijd heeft zich aan te passen. Daarom is de BTW verhoging op de podiumkunsten een half jaar naar achter geschoven. De agenda van de 1e Kamer is redelijk beperkt. Ze moet de fundamenten van de staat beschermen, alleen in het uiterste geval ‘nee’ zeggen en aanvaarden dan het politieke primaat bij de 2eKamer ligt. Ik wil dan ook echt bestrijden dat de 1e Kamer wordt gebruikt om de regering dwars te zitten.

Je Amsterdamse voorganger in de 1e Kamer, Edward Asscher, opperde tijdens ons vorige interview het idee van een constitutioneel hof, omdat de 1e en 2e Kamer soms politieke afwegingen boven grondwetstoetsing laten gaan.

Het constitutionele hof in de V.S. is een zeer verpolitiekt instituut. Ik ben jurist genoeg om te weten dat rechten geen exacte wetenschap is. Ik heb liever besluiten van politici die ik als kiezer elke vier jaar ter verantwoording kan roepen dan uitspraken van voor het leven benoemde rechters.

Wat vind je van de huidige coalitie?

Ik was destijds zeer blij met paars. Paars was zeer belangrijk om duidelijk te maken dat het CDA niet vanzelfsprekend de grootste partij is en was daarmee ook de opmaat naar onze laatste overwinning. Vele VVD-ers konden destijds hun enthousiasme over paars goed bedwingen, zo kan ik mijn enthousiasme over de coalitie enigszins bedwingen. Als je kijkt naar het gedoogakkoord dan staan er geen zaken in waar ik principieel op tegen ben.. Rationeel kan ik het verklaren en goedkeuren. Immers, als onderdeel van de club moet je accepteren dat het grootste deel van de kiezers het hier mee eens is.

Wat was je meest leerzame nederlaag?

Toen ik een jong kamerlid was heb ik eens een veldslag uitgevochten met het CDA over de fiscale behandeling van tweeverdieners. Ik had gelijk maar de politieke belangen in verband met de coalitie wogen zwaarder. Ik ben daar gehavend geëindigd. Ik ben toen opgehouden het CDA te bestrijden maar ben ze gaan observeren. Hoe krijg je het voor elkaar langer dan de communisten in Rusland aan de macht te zijn? Hoe krijg je het voor elkaar de belangen van je kiezers zo goed te behartigen?

Wat was je meest leerzame triomf?

Dat was in 1997, toen de VVD na 25 jaar weer in het stadsbestuur van Amsterdam zat. Het was een lange tocht door de woestijn, om het zo maar te zeggen. De tweede was in 2002, toen het CDA werd verstoten uit de coalitie. Dat was overigens vooral te danken aan Bolkestein.

Als je weer wethouder van financiën van Amsterdam zou worden, wat zou je dan als eerste doen?

Ik zou datgene doen wat ik toen ook heb gedaan, de financiën van de stad op orde brengen. Verder zou ik wat willen doen aan de openbare ruimte, ik vind dat Amsterdam daar beperkt en primitief mee omgaat. Zoals bijvoorbeeld het Rembrandplein er nu uitziet, dat is toch van een treurnis? Toen ik wethouder van financien was heb ik er zelfs wel eens geld voor beschikbaar gesteld om zaken te verbeteren, bijvoorbeeld een mooie fontein ergens. Maar dan kreeg ik de vraag, ‘meneer De Grave, is dat wel hufterproof?’ Hufterproof! We moeten gewoon niet toestaan dat mensen zich zo gedragen. Als je het bij voorbaat al accepteert gebeurt het ook.

Wat is je favoriete politicus?

Frits Bolkestein. Hij heeft het leiderschap aan de VVD gegeven om uit de beklemming van het CDA te komen. Zoals Nixon zijn positie en prestige inzette om de relatie met China te verbeteren, zo heef Bolkestein zijn populariteit gebruikt om paars voor elkaar te krijgen.

Nixon, die is wel eens vaker tijdens onze interviews genoemd als voorbeeld. Maar hij heeft toch ook wel een scheve schaats gereden?

Een scheve schaats gereden? Dat is mild uitgedrukt. Het was natuurlijk wel een boef.

Tot slot, waarom ben je een Vrije Amsterdammer?

Ik heb altijd mijn eigen afwegingen willen maken. Ik wil vrij zijn in de keuzes die ik maak en ik vind de vrijheid in Amsterdam cruciaal. Go with the flow is bepaald niet mijn levensmotto.

Karin Loohuis en Cor Mandemaker

Redactiecommissie 

 

P.S. Frank de Grave is aanstaande maandag 21 februari te gast in de Libertijn, samen met Guusje ter Horst, Amsterdamse PvdA kandidaat Eerste Kamer. Zie de agenda hieronder.