VVD stelt opnieuw vragen over behandeling WOZ-bezwaren

Ieder jaar krijgen woningeigenaren in Amsterdam een aanslag voor gemeentelijke belasting op basis van de waarde van de woning. De WOZ-belasting. Veel Amsterdammers maken hier jaarlijks bezwaar tegen, onder meer omdat ze het niet eens zijn met de hoogte van de beschikking. Tot op heden lukt het de gemeente nog maar niet om al die bezwaarschriften binnen de wettelijke termijnen – en die zijn al ruim – af te handelen. Bovendien wekt de gemeente de indruk dat bezwaren van eigenaren op een standaard manier afgewezen worden, zonder dat er een heroverweging plaats vindt en zonder dat de eigenaren te horen krijgen hoe de gemeente gekomen is tot de waardebepaling. En dat moet anders vindt de VVD-fractie.

VVD Gemeenteraadslid Werner Toonk heeft hierover in januari en in maart van dit jaar schriftelijke vragen gesteld aan het college die recentelijk zijn beantwoord. De vragen hebben hun eerste resultaat opgeleverd: de dienst belastingen zal voortaan in ieder geval beter de proceskostenregeling vermelden. Maar op een belangrijk onderdeel blijft het resultaat nog uit. De VVD wil dat het college nog eens heel kritisch kijkt naar de wijze waarop in de praktijk bezwaarschriften worden afgehandeld. Het college stelt wel dat ieder bezwaarschrift inhoudelijk wordt beoordeeld, maar in de praktijk is het maar zeer de vraag of dat gebeurt. De rechter oordeelde deze maand in een aantal gevallen dat de gemeente niet concreet ingaat op bezwaren, het zorgvuldigheidsbeginsel miskent en de schijn wekt dat er in het geheel geen heroverweging heeft plaatsgevonden. Daarmee dwingt de gemeente mensen om in beroep te gaan bij de rechtbank om er achter te komen, welke WOZ-waardes op welke gronden door de gemeente aan de onroerende zaken worden toegekend en op welke wijze verweerder de bezwaren meent te kunnen weerleggen, aldus de uitspraak van de rechtbank.

In helder Nederlands: De gemeente maakt zich veel te makkelijk van die bezwaarschriften af, jaagt burgers onnodig op kosten en maakt dat burgers wel moeten procederen. En dat moet anders vindt de VVD. De overheid is er voor de burger en niet andersom. Daarom heeft Werner Toonk namens de VVD-fractie deze week aanvullende schriftelijke vragen gesteld om het college tot actie te manen:

1. Is het College het met vragensteller eens dat bovenstaande uitspraak op zijn minst iets anders suggereert dan de antwoorden die het college eerder gaf op de gestelde schriftelijke vragen? Graag motiveren.
2. Vindt het College het wenselijk dat de gemeente naar het oordeel van de rechtbank o.a. de schijn wekt dat er in het geheel geen heroverweging van het primaire besluit plaats vindt en dat burgers op deze manier gedwongen worden in beroep te gaan bij de rechtbank?
3. Is het College bereid om nog eens kritisch te kijken naar de werkwijze van de afhandeling van WOZ-bezwaarschriften en de gemeenteraad dit najaar schriftelijk te informeren over tot welke aanpassingen dit geleid heeft? Zo nee, waarom niet?