VVD zet vraagtekens bij boetes zelfbouw

Op 22 oktober 2011 berichtte Het Parool over de zelfbouwer Simon Spier.

Op 22 oktober 2011 berichtte Het Parool over de zelfbouwer Simon Spier. In 2008 nam hij een zelfbouwkavel in erfpacht op het Steigereiland-Zuid op IJburg en door het faillissement van zijn aannemer liep hij vertraging op met de oplevering van zijn huis. Vanwege deze vertraging legde het OGA (Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam) hem een boete op van €110.000. Boetes bij te late oplevering worden opgelegd om de overlast die hierdoor wordt veroorzaakt voor anderen tot een minimum te beperken. Volgens het OGA is de hoogte van de boete bewust substantieel zodat deze daadwerkelijk effect heeft.

Momenteel is zelfbouw een van de speerpunten van de Gemeente Amsterdam. Door middel van een campagne, website en zelfbouwmarkt worden mensen overgehaald een kavel in erfpacht te nemen, een huis te (laten) ontwerpen en zelf te (laten) bouwen.

Daniel van der Ree stelde de volgende vragen:

  1. Is het College bekend met de berichtgeving in Het Parool? Zijn er bij het College meer gevallen van boetes bij te late oplevering van zelfbouwprojecten op IJburg bekend? Zo ja, hoeveel en om welke boetebedragen gaat dit?
  2. Klopt het dat de boete van €10.000 per maand staat opgenomen in de erfpachtvoorwaarden? Zo ja, hoe staat e.e.a. geformuleerd? Zo nee, hoe wordt de boete anders bepaald?
  3. Klopt het dat de maximale bouwperiode van zelfbouwwoningen op het Steigereiland-Zuid per bouwstrook verschilt en tussen 24 en 42 maanden ligt. Zo ja, waarom worden deze verschillen gehanteerd?
  4. Is er bij projectmatige bouw ook sprake van een boeteregeling bij te late oplevering? Zo ja, is deze onderdeel van het erfpachtcontract en hoe staat deze in verhouding tot de boete die zelfbouwers moeten betalen bij te late oplevering? Zo nee, in hoeverre is er dan sprake van een level playing field tussen projectmatige bouw en zelfbouw?
  5. De woning van de heer Spier moest in december 2009 gereed zijn. De bouw duurde echter tot september 2010. Wat vindt u van het feit dat hij een zeer hoge boete moet betalen voor de vertraging in de bouw terwijl anno oktober 2011 de gemeente nog steeds de inrichting van de openbare ruimte en de speeltuin niet heeft opgeleverd? Zijn er ook verplichtingen waaraan de gemeente zich – al dan niet via het erfpachtcontract – committeert?
  6. Vindt het College dat een dergelijke hoge boete bij vertraagde oplevering van zelfbouw in verhouding staat tot de problematiek die een te late oplevering veroorzaakt?
  7. Is het College met de VVD van mening dat een dergelijk hoge boete in de toekomst zelfbouwers kan afschrikken omdat bouwvertraging vaak wordt opgelopen door externe omstandigheden zoals het failliet van een bouwer? Is er gezien de inzet op zelfbouw en de daardoor verwachte stijging van het aantal zelfbouwprojecten een verzekering mogelijk tegen boetes opgelegd door onvoorziene vertragingen? Zijn er volgens het College wellicht nog andere mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er geen ‘gaten’ in bouwblokken vallen wegens te late oplevering van zelfbouwwoningen? Zo ja, welke?
  8. Kan het College inzicht verschaffen in de werking van een eventuele boeteregeling voor nieuw uit te geven kavels? In hoeverre hebben ervaringen op Steigereiland-Zuid geleid tot een ander boetesysteem?
  9. Is de gemeente bereid met de heer Spier en wellicht ook andere zelfbouwers in gesprek te gaan over de hoogte van de boetes?