In 2012 komt er een nieuw splitsingsquotum van 1.000 woningen. Het gaat om een nieuw contingent te splitsen sociale huurwoningen in particulier bezit die zijn gebouwd vóór 1940 in de stadsdelen Centrum, West, Zuid en Oost.
De laatste keer dat een quotum werd vastgesteld was in 2003 en dat is nu bijna op. In Centrum, West en Zuid is het totale contingent al jaren uitgeput, daarom zullen zij de meeste nieuwe splitsingsvergunningen toebedeeld krijgen.
Onder splitsen wordt verstaan ‘juridisch splitsen’, dus het omzetten van een pand in afzonderlijke appartementsrechten. Door splitsing is het mogelijk de afzonderlijke woningen te verkopen. In het programma akkoord hebben PvdA, VVD en GroenLinks afgesproken dat het eigen woningbezit in Amsterdam in 2014 is gestegen naar 35%. Bij het laatste Wonen in Amsterdam onderzoek lag dit percentage nog onder de 30%.
Splitsen kan bijdragen aan de toename van het eigen woningbezit maar er speelt meer:
Te verwachten valt dat het nieuwe splitsingsquotum een geweldige impuls aan de verbetering van wijken zal geven. Omdat splitsen alleen kan als aan kwaliteitseisen voldaan wordt (op het gebied van dak, gevels, brandwerendheid, fundering, elektrische installatie, etc.) betekent dit een enorme kwaliteitsslag voor de stad. Het laatste decennium is er door de particuliere sector bijna 2 miljard euro geïnvesteerd in de stad.
Splitsen gebeurt vooral in buurten die eenzijdig zijn qua bewoners- en woningsamenstelling. Splitsen en verkopen dragen hier bij aan de ongedeelde stad en de opwaardering van wijken.
Het quotum wordt als volgt verdeeld over de stadsdelen: Centrum 138, West 474, Zuid 243 en Oost 145.
Daniel van der Ree