VVD vraagt aandacht voor identiteitsfraude

VVD-gemeenteraadslid Daniel van der Ree heeft vandaag bij het College aandacht gevraagd voor identiteitsfraude. Doet de gemeente wel voldoende om zeker te weten dat de persoon die zich bij bijvoorbeeld een loket meldt daadwerkelijk die persoon is?

Eind november werd in diverse media aandacht besteed aan spookburgers: mensen waarvan de adresgegevens bij uitkeringsinstantie UWV en Gemeente Amsterdam niet overeen komen. In totaal kampt Amsterdam volgens onderzoek met zo’n 58.000 spookburgers. Dat is zo’n 7,5 procent van de Amsterdamse bevolking. In een brief aan minister Donner van Binnenlandse Zaken geeft burgemeester Van der Laan dat Amsterdam hier extra onderzoek naar gaat verrichten. Dit VVD juicht dit zeer toe, omdat vermoedelijk in een aanzienlijk deel van de gevallen bewust sprake is van verkeerde registratie, om zodoende op frauduleuze wijze voor voorzieningen in aanmerking te komen.

De VVD ziet graag dat bij dit onderzoek een tweede probleem wordt betrokken, namelijk het probleem van identiteitsfraude. Want zijn deze ‘spookburgers’ wel wie ze zeggen dat ze zijn? En doet Amsterdam wel voldoende om zeker te weten dat er niet veel meer mensen zijn die niet de persoon zijn die ze zeggen te zijn?

Uit gesprekken die ondergetekende met deskundigen op dit vlak heeft gevoerd blijkt dat er op verschillende manieren in het verleden (en heden) sprake is (geweest) van identiteitsfraude. Daarbij gaat het onder meer om:

  • Het ten onrechte aanmelden van een pasgeborene: in Nederland heb je allerlei verklaringen nodig en zijn er allerlei beperkingen voordat de GBA accepteert dat je bent overleden. Maar om geboren te worden kan iedereen, gewapend met een kopietje van een identiteitsbewijs een nieuwe, pasgeboren burger laten ontstaan in diezelfde administratie. Met burgerservicenummer en alles wat dit bestaan qua rechten met zich meebrengt. Los daarvan, ontstaat de mogelijkheid om deze identiteit vroeger of later (tegen hoge betaling) fysiek in te vullen;
  • Mensen kunnen ook op hogere leeftijd, met behoud hun AOW emigreren en naar verluid is het dan (te) gemakkelijker om iemand op papier veel ouder te laten worden dan in de praktijk het geval is (om zodoende ten onrechte een uitkering te ontvangen);
  • Of er komt iemand met een EU paspoort, waar in het buitenland mee is gerommeld, hierheen om zich (met recht op vrij vervoer van personen in de regio) in te laten schrijven;
  • Als er met een document gerommeld is worden deze in grote steden, waar de fraude vaker voorkomt, sneller herkend als vervalsing. Daarom gaan fraudeurs soms over tot een eerste inschrijving bij een heel kleine gemeente, waar vaak minder expertise op dit vlak voorhanden is. Na verkrijging van officiële verblijfsdocumenten volgt spoedig een tweede inschrijving elders, met geheel correcte documenten;
  • Gestolen documenten kunnen ook gemakkelijk worden gebruikt bij identificatie op allerlei plaatsen waar in de gemeente of bij bedrijven iets te halen valt. Daar zijn talrijke voorbeelden van. Het probleem is dan dat er helemaal niets mis is met de documenten, maar dat er wel een fraudeur mee aan het werk is.

Deze vormen van identiteitsfraude brengen op verschillende manieren problemen met zich mee:

  • Grote financiële schade voor de gemeente, individu en de maatschappij omdat ten onrechte gebruik wordt gemaakt van voorzieningen (dus uiteindelijk 100% voor de belastingbetalende burgers en de bedrijven);
  • Wanneer er al ID fraude wordt ontdekt, wijzen alle sporen naar het slachtoffer, niet naar de dader. Maar zo’n slachtoffer kan tegelijk zelf ook (mede)dader zijn, bijvoorbeeld door een ID document te delen (look-alike) of verkopen (vaak in andere EU landen);
  • Echte slachtoffers kunnen traumatische ervaringen opdoen, wanneer iemand anders met hun identiteit fraude pleegt, tot aan vervolging en veroordeling toe;
  • Een groeiend deel van onze burgers is niet wie ze beweren te zijn en daar kunnen we nooit meer achter komen.

 

VVD-gemeenteraadslid Daniel van der Ree heeft aan het College van Burgemeester en Wethouders de volgende vragen gesteld:

  1. In de publicatie ‘Ben jij wie je zegt dat je bent’ (Gemeente Amsterdam, 2009) geeft de directeur DPG (Rienk Hoff) in het voorwoord aan dat identiteitsfraude een belangrijk probleem is in Amsterdam. Uit eerder onderzoek bleek dat 7% van de gevangenen in Nederland niet zijn wie wij denken dat ze zijn. Ook meldt de inleider dat er een Regiegroep Identiteitsfraude is ingesteld. Hoe functioneert deze Regiegroep en wat zijn de resultaten?
  2. Zijn de gemeentelijke en maatschappelijke organisaties voldoende geëquipeerd en geïnstrueerd om deze vorm van diefstal en fraude tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze wordt dit aangepakt? Wordt er op dit terrein onder andere gewerkt met onvoorspelbare steekproeven met bijbehorende onvoorspelbare toetsing? Is bij alle medewerkers van de gemeente –niet alleen degenen die bij loketten werken- dat zij een bijdrage horen te leveren aan het opsporen en aanpakken van deze fraude?
  3. Hoeveel gevallen van identiteitsfraude zijn er de afgelopen jaren in Amsterdam opgespoord?
  4. Op welke wijze werkt Amsterdam momenteel samen met andere gemeenten en overheden om identiteitsfraude op te sporen en aan te pakken?
  5. Is het College bereid identiteitsfraude nadrukkelijk mee te nemen in het onderzoek dat uitgevoerd gaat worden naar de adresverschillen tussen de UWV polisadministratie en de gemeentelijke basisadministratie personen? Zo nee, waarom niet?
  6. Is het College bereid de Gemeenteraad medio 2012 te informeren over de voortgang met betrekking tot het opsporen van identiteitsfraude?