Wie is je vader en wie is je moeder?
Mijn vader was predikant en mijn moeder verpleegster. Tijdens de oorlog is hij eens van de kansel geplukt en opgesloten in Kamp Vught. Dankzij een Duitser die hem voorhield wat hij moest zeggen is hij weer vrij gekomen. Na de oorlog heeft hij samen met anderen een oecumenisch ziekenhuis opgericht, wat in die tijd heel bijzonder was.
Waarom ben je VVD-er?
Dat ik lid ben geworden van de JOVD had een vrij praktische reden, het was in Bergen op Zoom de enige politieke jongerenorganisatie en bovendien opgericht door mijn broer en Ed Nijpels. Toen ik zo oud was dat ik bijna geen lid meer kon zijn van een jongerenorganisatie wilde ik een bewustere keus maken en heb ik de programma’s van alle partijen opgevraagd en bestudeerd. Ik kreeg zelfs nog huisbezoek van een CPN-lid, die vroeg dan dingen als “jij vind toch ook dat de maatschappij rechtvaardig moet zijn?”. Uiteindelijk bleven voor mij de PvdA en VVD over. Wat voor mij de doorslag heeft gegeven, was dat de VVD uitgaat van eigen verantwoordelijkheid. Dat was toen tegen de tijdsgeest, de algemene opvatting was dat als er iets misging met je dat de schuld was van "de samenleving".
Sinds januari 2009 ben je lid van het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht.Wat doet een waterschap?
Zorgen voor droge voeten. Het waterschap is verantwoordelijk voor dijken, niet alleen de primaire keringen oftewel zeekeringen maar ook de regionale en lokale keringen. Daarnaast zorgt het waterschap voor voldoende en kwalitatief goed drinkwater. Historisch gezien hebben de dijken alleen de belangstelling van de SGP. Mensen denken er hetzelfde als over een straatverlichting, dat is een technisch iets dat gewoon geregeld moet worden. Daar zou geen politiek bij komen kijken. Naar mijn mening zijn de keuzes die binnen waterschappen worden gemaakt juist erg politiek en ik zie het ook als mijn missie de politiek in de waterschappen te brengen vanuit liberale invalshoek.
Een voorbeeld van politieke keuzes is dat door bemalen kwel (brak water, red) omhoog komt waardoor gebieden onbruikbaar voor landbouw worden maar wel bruikbaar voor woningbouw of recreatie. Wat mij betreft mag er wel een grondige discussie plaats vinden: waar bemalen we wel en waar niet? Dat ligt heel gevoelig, het geeft aan hoezeer het waterpeil een politiek item is. Daarnaast verbaas ik mij over subsidies die nogal marktverstorend werken, want ik zie niet in waarom boeren, die toch ondernemers zijn, subsidies moeten krijgen.
Ook wil ik dat we nadenken over het lozen van gereinigd water in de Noordzee. Water mag je niet zomaar lozen, dat moet eerst gereinigd worden. Dat snap ik, maar wat ik niet snap is dat we dat schone water vervolgens lozen en niet een tweede keer gebruiken. Je kunt dat water volgens mij prima gebruiken in de landbouw of om de straat te reinigen.
Hoe ziet het bestuur van een waterschap eruit?
Het bestaat uit een Algemeen Bestuur en een Dagelijks bestuur, zeg maar een volksvertegenwoordiging en een college. Het Algemeen Bestuur wordt sinds 2009 gekozen op basis van politieke titel. Pas sinds dat jaar zijn er politieke partijen in de volksvertegenwoordiging van waterschappen. De VVD heeft toen drie zetels behaald op een totaal van dertig, dat was een goed resultaat. Van die dertig zijn er overigens negen ondemocratisch gereserveerd voor de Kamer van Koophandel, de LTO en natuurorganisaties, dat zijn zogenaamde geborgde zetels. Los van de bekende politieke partijen zitten in het Algemeen Bestuur ook partijen als Water Natuurlijk en Eigen Woning en Water.
Wat waren jouw doelen toen je naar het Waterschap ging?
Het verkiezingsprogramma waarmaken. Ook wil ik dat de discussies in het AB politieker worden, nu is het te vaak: het komt van het Dagelijks Bestuur dus het zal wel goed zijn. De VVD probeert debat uit te lokken, zodat kiezers weten waarom partijen een bepaald standpunt innemen. Politieke thema's als dijkverhoging en recreatievaart, waarmee je ook economie stimuleert, vragen om politieke antwoorden. Wij hameren op bezuinigingen om de tarieven voor burgers en ondernemers zo laag mogelijk te houden. Tegelijkertijd moeten we veel investeren, bijvoorbeeld in het op landelijk afgesproken hoogten brengen van dijken. Bovendien moet op basis van landelijke en Europese regels in 2015 al het oppervlakte water schoon moet zijn.
Wat was je meest leerzame nederlaag?
Ik heb wel nederlagen geleden, maar of die leerzaam waren… Toen ik in de Kamer zat, heb ik een nota over veiligheid geschreven waarmee de fractie akkoord was gegaan. Toch mocht die niet gepubliceerd worden omdat ik anders de opperwoordvoeder Justitie voor de voeten liep. Dat is dan heel frustrerend en een nederlaag maar ik weet niet wat ik daarvan moet leren.
Wat was je meest leerzame triomf?
De openstelling van het huwelijk voor homo’s en lesbiennes. Daarvoor heb ik gestreden met onder andere Clemens Cornielje en Marijke Essers. Het initiatief kwam van de paarse fracties. Door als woordvoerders uitzonderlijk collegiaal en secuur te opereren hebben we een meerderheid binnen onze eigen fracties gekregen. Eerst hebben we het geregistreerd partnerschap mogelijk gemaakt voor zowel heteroseksuelen als homoseksuelen. Toen iedereen daaraan was gewend kon daarna in Paars 2 het huwelijk opengesteld worden.
Wie is je favoriete politicus?
Dat zijn drie VVD politici. Molly Geertsema, voormalig burgemeester en Commissaris van de Koningin. Verder Annelien Kappeyne van de Coppello, die bekendheid kreeg door het debat over de vrijlating van oorlogsmisdadiger Pieter Menten en het Amsterdamse Kamerlid Huub Jacobse. Zij hielden de partij bij de liberale les en niet alleen op economisch vlak.
Wat is je favoriete plek in Amsterdam?
De buurt waar ik woon, de Nieuwmarktbuurt. Deze buurt is wat mij betreft typisch Amsterdams, namelijk een verzameling dorpen waar mensen elkaar kennen. De slager kent jou en jij kent de slager. Je hebt hier alles wat nodig is voor het dagelijks leven en een enorme variëteit aan kroegen en restaurants. Dit is de wereld in het klein. De buurt is in de afgelopen dertig jaar enorm verbeterd, toen ik hier in 1986 kwam wonen vond ik per week zestig spuiten rond mijn huis. Dat is gelukkig al een paar jaar niet meer zo.
Wat maakt jou een vrije Amsterdammer?
Het invulling geven aan eigen verantwoordelijkheid, niet weglopen als een ander steun en hulp nodig heeft en verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven. In de box riep ik vroeger al: "zelluf doen, zelluf doen". Amsterdam paste me als een oude jas toen ik vanuit Brabant hierheen kwam.