Wie is je vader en wie is je moeder?
Mijn vader is Leendert Torn en is redacteur op een uitgeverij, mijn moeder is Mieke van Westen en geeft pianoles in haar eigen praktijk. Ik ben geboren in Goes en op mijn tweede verhuisd naar Kampen, waar ik tot mijn 18e heb gewoond toen ik naar Groningen ging om rechten – en later ook filosofie – te studeren. Sinds ik zo rond mijn 10e met mijn ouders en kleine zusjes Amsterdam bezocht, wist ik dat ik hier op een goede dag zou willen wonen. Ik was dan ook blij dat ik hier – na mijn studie – als advocaat aan de slag kon.
Waarom ben je een VVD’er?
Omdat ik in hart en nieren een liberaal ben, want ik vind het belangrijk dat iedereen zijn eigen leven vorm kan geven. Er is slechts één partij die dat liberale gedachtengoed uitdraagt. Dat het zo belangrijk is om zelf invulling te geven aan het leven, heb ik onder andere geleerd door mijn grootvader. Door de crisisjaren rond de oorlog kon hij na zijn middelbare school niet studeren, hoewel hij slim genoeg was. Als ik zo’n verhaal hoor, besef ik weer hoezeer ik bevoorrecht ben. Je moet de kansen die je in je leven krijgt met beide handen aangrijpen. Als je wilt kun je in Nederland – en zeker in Amsterdam – namelijk echt wat van je leven maken. Het is – mits je gezond bent – uiteindelijk wel aan jezelf om dat ook daadwerkelijk te doen.
Wat was je meest leerzame nederlaag?
Winnen en heel soms ook verliezen doe ik vooral als advocaat, niet zozeer als politicus. Als je goed wilt zijn als advocaat dan opereer je in onderhandelingen op het scherpst van de snede. Af en toe krijg je dan het deksel op de neus, dat hoort erbij. Je moet natuurlijk ook niet bang te zijn om je neus te stoten als je tot het gaatje gaat. ‘Goede advocaten verliezen zaken’ is in de advocatuur een veelgehoorde uitspraak. Toen ik net begon als advocaat begreep ik dat nooit zo goed. Wie echter bang is om te verliezen, durft niet scherp te onderhandelen en zal dan ook nooit een goed resultaat bereiken. Als politicus kan ik me nog wel een voorval herinneren, een jaar of vier geleden… Toen viel de coalitie in stadsdeel Oost uit elkaar, waar de VVD niet in zat. Achteraf gezien hadden we als fractie wellicht meer moeten doordrukken om tot het bestuur toe te treden en het is jammer dat dat toen niet gelukt is. Met de ervaring van nu, vraag ik me wel eens af of we toen niet nog meer hadden kunnen doen om in de coalitie te komen, maar dat is wijsheid achteraf. Wat ik van die politieke crisis geleerd heb, is dat verhoudingen in de politiek van het ene op het andere moment kunnen omslaan. In de politiek moet je – zeker als VVD – ieder moment klaar staan om die bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen.
Wat was je meest leerzame triomf?
Het is mooi als je een zaak wint als advocaat, de laatste zaak die je gewonnen hebt ligt nog altijd vers in het geheugen. Wat de politiek betreft, dan denk ik toch het eerst aan de subsidies. Dat thema hebben we in Oost op de kaart gezet, dat was ook wel hard nodig want de verspilling liep de spuigaten uit. Nu zijn de regels gelukkig een stuk duidelijker dan een aantal jaren geleden. Maar om nou te zeggen dat dat een triomf is… nee, ik ben er wel heel tevreden over. Vroeger ging het uitgeven van gemeenschapsgeld echt veel te gemakkelijk. De SP heeft natuurlijk moord en brand geschreeuwd toen wij daar paal en perk aan wilden stellen! Ik ben blij dat er stappen in de goede richting zijn gezet, die reactie van de SP spreekt wat dat betreft boekdelen.
Wat zijn je doelen?
Ervoor zorgen dat deze stad aantrekkelijk is voor iedereen die hier al woont of wil komen wonen en die een positieve bijdrage aan de samenleving wil leveren, die bereid is om de handen uit de mouwen te steken. Als voorbeeld noem ik de woningmarkt, die momenteel ernstig verstoord is omdat er teveel sociale woningbouw is. Het moet makkelijker worden voor mensen om een huis te vinden, want nu zijn er veel te veel mensen die hard werken maar geen geschikte woonplek in de stad kunnen vinden. Door de grote voorraad sociale huurwoningen zijn de woningen in het koopsegment en de vrije sector relatief duur. In algemene zin is mijn belangrijkste doel: Amsterdam een aantrekkelijke stad laten zijn voor iedereen die hier iets van zijn leven willen maken. Daarnaast zal ik – net als is in Oost – zeer kritisch zijn ten opzichte van beslissingen die het stadsbestuur neemt. Als ik gekozen word, wordt het vanuit de gemeenteraad mijn taak als volksvertegenwoordiger om daarop te letten.
Welke obstakels zie je om die doelen te bereiken?
Eerlijk gezegd denk ik niet in obstakels, maar in mogelijkheden. Natuurlijk heeft de VVD op dit moment geen meerderheid in de gemeenteraad. Hoewel we natuurlijk alles op alles gaan zetten om op 19 maart een mooie verkiezingsuitslag neer te zetten, is de kans groot dat dit zo blijft. Dat betekent dat je zult moeten samenwerken met andere partijen. Ik kijk erg naar die samenwerking uit. Daarbij speelt bij veel politieke thema’s dat de wal uiteindelijk het schip keert. Een (te) grote sociale woningvoorraad bijvoorbeeld, moet uiteindelijk wel worden betaald en de corporaties hebben zeker in de huidige tijd geen onbeperkte middelen. Ook leert de ervaring dat wijken opknappen als een deel van de sociale woningen verkocht wordt. Een goed voorbeeld daarvan is de Indische Buurt. Graag zet ik mij ervoor in dat deze positieve ontwikkeling wordt doorgezet.
Wie is je favoriete politicus?
Favoriet gaat misschien wat ver. Ik kan wel politici noemen die mij aanspreken. Dan denk ik binnen de VVD aan Hans Wiegel en daarbuiten aan Jan Marijnissen (SP). Dat zijn mensen die duidelijke taal spreken. Overigens vond ik bijvoorbeeld Pim Fortuyn ook goed. Een goed politicus zegt klip en klaar wat hij van iets vindt, althans zo zie ik het. Met Marijnissen ben ik het inhoudelijk totaal niet eens, dat moge duidelijk zijn. Dat neemt niet weg dat ik hem een goede politicus vind omdat hij de gave heeft om zijn standpunten helder uiteen te zetten.
Wat is jouw favoriete plek in Amsterdam?
Het Oostelijk Havengebied op zaterdagochtend en dan met name de verbindingsdam naar het KNSM-eiland. Dat is een mooie plek, want je kunt daar naar twee kanten over het IJ kijken en van het weidse uitzicht genieten terwijl je toch middenin de stad bent. Ik ben dan echt onder de indruk van het water en van de sfeer, echt een heerlijke plek want tegelijkertijd kun je dan, als je even naar de andere kant kijkt, de fraaie stedelijke architectuur bewonderen.
Wat maakt jou een Vrije Amsterdammer?
Amsterdam is bij uitstek de stad waar mensen naar toe komen die wat van het leven willen maken. Al die mensen bij elkaar heeft een versterkend effect, iedereen steekt elkaar aan met enthousiasme en levenslust. Het is heerlijk om hier te wonen, dat is erg inspirerend en zorgt in ieder geval bij mij voor een groot optimisme. Prettig om onderdeel te zijn van die bruisende stad en daaraan je steentje bij te dragen.
Tekst: Arnoud van Dalen