Onze Reina Spier (VVD-raadslid 1990-2002) is hemelwaarts gegaan
en op Goede Vrijdag in de intieme kring van haar (klein)kinderen begraven. Zij
leefde al 5 jaar in blessuretijd, tot het laatste moment de regie des
levens in eigen hand houdend.
Zij
was als 50-plusser een zij-instromer in de politiek en moest als jurist
overtuigd worden deze overstap te wagen. Doorslaggevend was voor haar dat zij
zich senang voelde bij de sociaal-liberale reputatie van de Amsterdamse VVD en
haar geliefde stadsdeel Zuid een herkenbaar gemeenteraadslid extra zou krijgen.
Dat ook nog haar favoriete portefeuilles Onderwijs en Kunst & Cultuur
vacant waren, maakte haar dubbel gemotiveerd. Het ging haar om de inhoud en zij
kon het politieke spel met publiciteit volgaarne aan anderen laten.
Als
zij soms het kaas van het politieke brood liet eten of anderen met de eer
gingen strijken of zij even haar zegeningen niet wist te tellen, kon ik haar
laten glimlachen door het Amsterdamse gezegde “met bescheidenheid moet je naar
de dokter” en daarna kon zij weer een tijdje charmant van zich afbijten.
Zij
was ‘in every inch a lady’, met hart voor haar geboortestad en
welgemeend beschikbaar voor de brede diversiteit van bevolkingsgroepen. De
mens stond bij haar centraal en voorop, Reina was een mensenmens en liet zich
de geuzennaam “moeder van de fractie” heerlijk aanleunen, zonder zelf
maternalistisch te worden.
Zij
stond op de bres voor “fatsoenlijk” onderwijs, je verantwoord gedragen en
respect voor de leerkrachten, hameren op essentiële zaken als foutloos leren schrijven
en rekenen, haar raadsnota “wat Hansje niet leert, zal Hansje niet weten” sprak
boekdelen, naar school gaan was voor haar geen vrijetijdsbesteding, maar het
boeken van resultaat.
Voor
de kunst- en cultuursector was zij een omnivoor, het pluriforme bestaansrecht
van de kleine gezelschappen tot de grote podia, van festivals tot musea. Overal
gaf Reina stijlvol acte de presence en wist coalities te smeden door
dossiers boven de partijpolitiek te verheffen en daardoor draagvlak te
realiseren.
Bij
haar vertrek uit de gemeenteraad wilden wij haar de eretitel “VVD Kunstpaus” verlenen,
maar in 2002 was dat nog geen genderneutrale titel, maar anno nu en postuum
verdient Reina dit predikaat alsnog.
Slechts
één keer hebben we haar voor belangenverstrengeling moeten behoeden, toen het
De Mirandabad dreigde te verdwijnen waar zij frequent haar openlucht baantjes
trok. Zij had moeite haar publieke opinie te beteugelen, maar was opgelucht dat
haar fractie kans zag in alle “objectiviteit” een reddende engel te
worden.
Weinigen wisten
dat voor Reina, als jurist, het ultieme hoogtepunt werd toen wij voor haar
het prestigieuze voorzitterschap Commissie Algemene Bestuurlijke Juridische
Zaken in de wacht sleepten. Zij deed dit met verve, scherp op de inhoud en
de procedure de hamer hanterend en daardoor werd zij voor burgemeesters en
ambtenaren een daadwerkelijke beschermengel bij de waan van de dag.
Met
name vandaag de dag zou je iedere politieke partij, iedere burgemeester en
iedere fractievoorzitter weer een Reina Spier gunnen. Naar binnen constructief
kritisch, naar buiten loyaal en eensgezind. Tot haar laatste moment maakte zij
zich druk over het wel en wee van onze hoofdstad en de landelijke politiek.
Always clear, never loud.
In blijvende herinnering zijn wij erkentelijk voor wat Reina,
alias Ons Spiertje, betekend heeft voor de stad Amsterdam en het hoofdstedelijk
liberalisme.
Namens allen, dus velen, die haar dierbaar en dankbaar zijn,
Ferry Houterman