Daniel van der Ree en Frank van Dalen hebben namens de VVD vragen gesteld over het formulier dat wordt gebruikt om het aantal punten van een woning te bepalen.
In de Rapportage onderzoek handhaving WZS van 31 maart 2011 wordt duidelijk dat er vaak onenigheid bestaat tussen gemeente en particuliere eigenaren over het aantal WWS-punten van een woning. Het puntensysteem en daaraan gekoppelde huur is gebaseerd op landelijke regelgeving, die de gemeente moet handhaven. Volgens de Rapportage onderzoek handhaving WZS is de toepassing van het puntensysteem multi-interpretabel met onduidelijkheid en –vaak langdurige- conflicten als gevolg.
De VVD is van mening dat helderheid naar alle betrokken partijen omtrent de puntentelling het aantal procedures vermindert–wat een kostenbesparend effect heeft voor de huurder, verhuurder en gemeente- terwijl het tevens recht doet aan de belangen van zowel huurder als verhuurder.
Via diverse instanties circuleren meerdere formulieren met als basis het Waarderingsstelsel Zelfstandige Woonruimte. Deze formulieren - die te vinden zijn op de sites van de desbetreffende instanties - zijn onderling verschillend en incompleet. Zo is er op het formulier dat verkrijgbaar is via www.huurders.info (een initiatief van het Amsterdams Steunpunt Wonen) niet te zien dat de huur van een zelfstandige woning gesitueerd in een rijksmonument of beschermd stadsgezicht respectievelijk 30 en 15% hoger ligt. Datzelfde geldt ook voor de formulieren die de huurcommissie beschikbaar stelt en waar naar verwezen wordt op de gemeentelijke website als één van de te gebruiken formulieren. Tevens is niet evident dat een tweede badkamer aanzienlijk veel extra punten oplevert en is het aantal woonomgevingpunten per buurt niet inzichtelijk. Amsterdam is bij uitstek een stad waar veel flats gevestigd zijn in een monument, een tweede badkamer niet uitzonderlijk is en de buurt een belangrijke rol speel in de aantrekkelijkheid van een woning.
De Dienst WZS heeft aangegeven nog voor het zomerreces een lijst op te stellen met door de gemeente goedgekeurde, erkende bureaus die door woningeigenaren ingeschakeld kunnen worden voor de waardebepaling van woningen
Naar aanleiding hiervan hebben Daniel van der Ree en Frank van Dalen de volgende vragen gesteld:
1. Deelt het college de mening van de VVD dat de omissie van huurprijsbepalende factoren zoals tweede badkamers, monumentale status van de woning en inzichtelijkheid van omgevingspunten op het formulier waarmee de puntentelling tot stand komt bij huurder en verhuurder verwarring veroorzaakt en daardoor problematisch is? Zo ja, wat zijn volgens het college mogelijke oplossingen voor dit probleem?
2. Komen beëdigd makelaars en taxateurs in aanmerking om door de gemeente als bureau voor de waardebepaling van woningen erkend te worden? Zo nee, waarom niet?
3. Wat zijn volgens het college aanvullingen en/of wijzigingen op/in het formulier die bevorderlijk zijn voor de effectiviteit en objectiviteit in het vaststellen van de huurprijs?
4. Is gemeente bereid één standaard formulier op te laten stellen waarin alle aspecten die bij een puntentelling spelen worden opgenomen en dat voor iedereen beschikbaar te stellen als het te gebruiken document bij een puntentelling? Zo nee, waarom niet?