In 2011 wordt ruim € 46 miljoen, meer dan een kwart van het werkdeel van het Participatiebudget, besteed aan gesubsidieerde arbeid. Bij ongewijzigd beleid is dit in 2014 meer dan de helft van het budget. De VVD wil het budget inzetten om zoveel mogelijk mensen aan een reguliere baan te helpen. Dit moet op een manier gaan waarbij maximaal rendement per uitgegeven euro wordt gehaald. Momenteel ligt het effect per euro van het budget voor gesubsidieerd werk aanzienlijk lager dan investeringen in duurzame re-integratie vanuit uitkering naar werk. De oorzaak van dit lage rendement moet niet bij mensen of organisaties worden gezocht maar bij het middel zelf: de ID-baan. Het in stand houden van gesubsidieerde arbeid gaat uiteindelijk ten koste van hen –dus ook ID’ers - die kans hebben op regulier werk. Daarom is het niet alleen kostbaar maar ook onrechtvaardig dit systeem in stand te houden. De VVD kiest daarom bewust voor mensen en hun mogelijkheden. Dit neemt niet weg dat de beslissing om de gesubsidieerde banen versneld af te bouwen een zware is die vooral de mensen met zo’n baan het hardst raakt.
Mensen met een gesubsidieerde baan die nu in de WW dreigen te komen, moeten gestimuleerd en geholpen orden om ander – vrijwillig of betaald- werk te zoeken. Goede voorlichting, begeleiding, scholing maar ook de toekomstige Wet Werken naar Vermogen zullen een belangrijke bijdrage leveren aan het proces om deze mensen op weg te helpen naar een reguliere baan. Werk dat hen onafhankelijk maakt en behoedt voor sociaal isolement. Voor verenigingen die in het nauw komen en voor hen die door ouderdom of beperkte capaciteiten niet meer aan de slag kunnen, worden maatregelen genomen. Nadrukkelijk wordt hierin de prioriteit bij de mensen gelegd.
In 2008 werd bekend dat de subsidie voor –toen al door het Rijk afgeschafte- ID-banen zou worden afgebouwd. Toch is het begrijpelijk dat de bezuiniging, hoewel niet onverwacht, voor verenigingen en instellingen een hard gelag is. Dat de afbouw van gesubsidieerde banen in een stroomversnelling is gekomen, heeft echter gegronde redenen. Ieder uitstel van de voorgestelde maatregel kost veel geld, geld dat gebruikt moet worden om mensen te helpen een reguliere baan te vinden. Vage beloften om 1000 gesubsidieerde banen te redden, zijn slechts een worst die de mensen en organisaties wordt voorgehouden. Een worst met een wel zeer beperkte houdbaarheidsdatum die bovendien op de pof is gekocht.
Bas van’t Wout
Gemeenteraadslid
VVD Amsterdam