Al meer dan 30 jaar vindt wekelijks op maandagavond het Politiek Café Libertijn plaats. Het is in de loop der jaren door meerdere mensen gepresenteerd. De Vrije Amsterdammer die we deze maand spreken is Peter Kooij, die het, met een onderbreking van een jaar, al drie jaar presenteert. Over de nieuwe opzet van de Libertijn, zijn drijfveren en de VVD.
Wie is je vader en wie is je moeder?
Mijn ouders zijn voor mijn geboorte vanuit de randstad richting Zeeuws-Vlaanderen vertrokken. Mijn vader ging werken bij Dow Chemical. Van mijn vader heb ik meegekregen dat ik rustig en bedachtzaam ben. Van mijn moeder dat ik in beginsel introvert ben. Dat is echter niet hoe mensen mij altijd herkennen.
Waarom ben je VVD-er?
Ik vind het belangrijk en waardevol om maatschappelijk actief te zijn. Dat doe ik in verschillende rollen. Zo ben ik ook landelijk voorzitter van de Reumapatiëntenbond. Als je tijd hebt en denkt van toegevoegde waarde te kunnen zijn, dan vind ik dat je een bijdrage aan de maatschappij moet leveren. Qua politieke partij is het de VVD geworden omdat ik sterk geloof in de kracht van het individu. Ik denk dat vele krachtige onafhankelijke individuen een hele prettige en sociale samenleving kunnen maken. Daarnaast ben ik ondernemer, dat doe ik al sinds mijn studententijd.
Je hebt begin dit jaar je bedrijf verkocht. Wat deed je en waarom heb je dat verkocht?
Ik had een detachering- en consultancybureau dat zich richtte op de overheid, met name op gemeenten en provincies. Dat ik het heb verkocht is om twee redenen. Ten eerste omdat ik de laatste jaren veel bezig was met administratie en personeel en daar ligt niet mijn kracht. De tweede reden is dat ik toe ben aan een volgende stap. Als je niks doet dan verandert er ook niks. Dus ik dacht, als ik mijn bedrijf verkoop dan word ik gedwongen na te denken over nieuwe uitdagingen.
Je hebt twee jaar de Libertijn gepresenteerd, toen een jaar niet en nu weer terug. Waarom ben je begonnen, gestopt en weer terug?
Ik ben begonnen omdat ik altijd met veel bewondering keek naar mijn voorgangers. Het gemak, de humor, de snelheid en de wijze waarop er elke maandagavond een leuke politieke avond was, dat vond ik heel knap. Dat wilde ik ook kunnen. En dat kan alleen door het te gaan doen, te oefenen en door op je bek te gaan. Dat deed ik samen met Gijs (Jongma, red.). We zijn anderhalf jaar geleden gestopt omdat het na twee jaar toch wel een hele belasting werd om daar iedere maandagavond te staan. Aan het begin van dit seizoen wilde men met een compleet nieuw team beginnen, wat natuurlijk tot opstartproblemen kan leiden. Ik heb toen aangegeven dat ik wel beschikbaar ben om het nieuwe team in te werken. Het heeft mij destijds een paar maanden gekost om het goed te kunnen, en die periode hebben anderen ook nodig. Daarom denk ik dat het goed is om ‘een oude’ aan ‘een nieuwe’ te koppelen. Dan heb je een mooi team om vanaf dag één een kwalitatief hoogwaardige Libertijn neer te zetten.
De Libertijn heeft dit seizoen een nieuwe opzet. Waarom is hiervoor gekozen?
De Heeren van Aemstel is een prima locatie voor de Libertijn. Laagdrempelig, een bruine kroeg, waar het zowel voor als na het debat goed en gezellig vertoeven is. Alleen de ‘beroemde paal’ bleef een handicap omdat die het zicht van de zaal behoorlijke beperkte. Door voorin te staan hebben we dit probleem niet meer. Daarnaast is de ruimte breder en groter en kan het publiek dichter op het debat staan. Meer interactie hierdoor en ook minder gepraat.
De tweede verandering is dat we een columnist hebben ingebracht halverwege het debat. Een leuke en dynamische knip en het geeft ook een extra impuls aan het debat. Daarnaast geeft het politici een podium om een opinie neer te zetten.
Het gaat er om dat het publiek een leuke avond heeft, dat de spreker zijn verhaal goed kan doen en dat er ook inhoudelijk iets leuks gebeurt. De Libertijn wordt vaak de huiskamer van de Amsterdamse VVD genoemd. Dat er hier elke maandagavond een politiek interessante avond plaatsvindt waar we na afloop ook nog een drankje kunnen doen met gelijkgestemden, dat is uniek, dat moeten we koesteren.
Wat was je meest leerzame nederlaag?
Die zit met name in de zakelijke samenwerking met anderen. Daar ben ik wel een paar keer in teleurgesteld. Ik was ooit kroonprins bij een groot consultancybureau en je weet hoe het gaat met kroonprinsen; die worden het nooit. Dat was enerzijds een nederlaag maar ik dacht, dat kan ik als zelfstandige ook en het heeft me gebracht waar ik nu ben.
En misschien dat je ambitie om op lijst voor provinciale staten te komen niet is geslaagd?
Dat zie ik niet zozeer als een nederlaag. Ik vind het in alle oprechtheid een hele leuke wedstrijd die ik helaas heb verloren. Wat ik echt heel fijn vond is dat zoveel mensen uit Amsterdam en elders uit de regio me hebben gesteund. Dat heb ik erg gewaardeerd.
Wat was je meest leerzame triomf?
Ik heb een aantal keren een zakelijk succes gehad. Elke keer door ergens in te geloven maar vooral door het gewoon te doen. Een onderneming starten, risico lopen en hard te werken.
Wie is je favoriete politicus?
Verschillenden door de tijd heen. Maar nu zeker Mark Rutte. Het gemak waarmee hij zich door de afgelopen jaren beweegt op het politieke toneel bewonder ik zeer. Inhoudelijk sterk, sympathiek en rolvast. Hoeveel mensen hebben jullie gesproken die Mark Rutte niet aardig vinden? Ik niemand. Wie je ook spreekt over hem, ook over toen hij nog fractievoorzitter was, iedereen heeft een zeer positief gevoel bij onze partijleider. Aan het begin van de kabinetsperiode was hij misschien soms wel wat laconiek. Op een gegeven moment gaat iedereen er dan op letten en wordt dat ‘het dingetje’. Maar je moet het ook niet overdrijven. Dat het land in een crisis zit betekent niet dat iedereen de hele dag met een chagrijnig PvdA gezicht moet rondlopen.
Wat is je favoriete plek van Amsterdam?
Het water. De stad is overweldigend mooi als je vaart over de grachten, het IJ of de Amstel. Je ziet de stad anders. Het is een bepaalde mystiek, een bepaalde blik op de grachtenpanden en de skyline van Amsterdam.
Waarom ben je een Vrije Amsterdammer?
Privé reis ik veel en graag. Ik ben in landen geweest waar vrijheid verre van normaal is. Denk bijvoorbeeld aan Birma, Tibet en Cuba. Dan realiseer ik me bij terugkomst dat we het in Nederland, in onze hoofdstad, wel erg goed en fijn hebben. Dit is één van de meest vrije en welvarende plekken die er zijn. Daarnaast heb ik een wat grotere omgeving nodig om goed te kunnen gedijen en in mijn kracht te zitten.
Tekst: An Moorman en Cor Mandemaker, Redactiecommissie