Op de website van de gemeente staat: “Ieder kind heeft voorrang op 8 scholen in de buurt. De voorrang wordt bepaald door de loopafstand tussen het woonadres van het kind en de basisschool.” […] “De schoolbesturen hebben de ambitie dat […] minimaal 90% van de kinderen terecht komt op een plaats op één van de scholen in zijn woonomgeving. De ervaringen in de verschillende wijken wijzen uit dat deze ambities ruimschoots gehaald kunnen worden.”
Bovendien stelt de gemeente dat de Amsterdamse schoolbesturen de ambitie hebben dat in 2016 minimaal 75% van de Amsterdamse kinderen een plaats op de school van eerste voorkeur krijgt en misschien op de school. Dat zou betekenen dat 25% van de leerlingen weliswaar niet op de school van de eerst keus terecht kan, maar uitgeloot worden op maar liefst acht scholen zou wat betreft de VVD niet mogelijk moeten zijn.
VVD Amsterdam is groot voorstander van vrije schoolkeuze en zou graag zien dat deze keuzevrijheid vooropstaat in het toelatingsbeleid. Uitloting op maar liefst acht opgegeven scholen vindt de VVD zeer onwenselijk. Daarom zouden wij het college willen vragen hoe dit mogelijk is en of er meer gevallen bekend zijn.
Daarom stelde raadslid Werner Toonk vandaag de volgende vragen aan het stadsbestuur:
- Is het college ermee bekend dat er kinderen zijn die op alle basisscholen bij hen in de buurt worden uitgeloot?
- Kan het college aangeven om hoeveel soortgelijke gevallen het in Amsterdam gaat?
- Wat is de reden of oorzaak dat er blijkbaar kinderen in Amsterdam voor alle opgegeven scholen (al dan niet in de buurt), in bovenstaand maar liefst geval acht, worden uitgeloot?
- Is dit inderdaad mogelijk in het huidige Stedelijke Toelatingsbeleid of gaat het hier om een beleidsmatige weeffout?
- Welke mogelijkheden ziet het college om ervoor te zorgen dat kinderen, wiens ouders dat willen, wel in hun eigen buurt naar de school van hun voorkeur kunnen gaan?