Op 7 april verschenen in het Financieele Dagblad twee artikelen met betrekking tot de subsidie op elektrische auto’s getiteld: ‘Gesubsidieerde auto rijdt snel het land uit’ en ‘Rijden op de busbaan en gratis parkeren’.
In de artikelen wordt gesteld dat elektrische auto’s, waarvoor een subsidie is verstrekt, vaak geëxporteerd worden naar het buitenland. Door deze export ziet Nederland weinig terug van genoemde subsidies op de elektrische auto’s. Uit recente exportcijfers blijkt dat 12% van alle elektrische auto’s vorig jaar geëxporteerd is, waarbij meer dan 50% daarvan nog geen jaar oud was.
Naast de belastingvoordelen voor elektrische auto’s van het Rijk kent ook Amsterdam een subsidie voor elektrisch autorijden: “het Subsidieprogramma Elektrisch Vervoer.” In het kader van dit subsidieprogramma wordt een subsidie toegekend voor de aanschaf van een elektrische auto. Het gaat hierbij om aanzienlijke bedragen: van €5.000 voor een elektrische zakelijke personenauto, bestelauto of taxi tot €40.000 voor een elektrische vrachtauto.1
Aanvragers van genoemde subsidie moeten blijkens de subsidieregeling bij de subsidieaanvraag aantonen dat ze ‘veelrijder’ in Amsterdam zijn.
In de voorwaarden voor de subsidie op de website van de gemeente Amsterdam staat dat de eigenaar het elektrische voertuig tot minimaal één jaar na de subsidieverlening in eigendom moet hebben.2
Woordvoerder subsidies Rik Torn: “Voor zover wij hebben kunnen nagaan, is het doel van bovengenoemde subsidieregelingen het bevorderen van de luchtkwaliteit in de gemeente Amsterdam. Dit doel wordt niet – of slechts beperkt – bereikt indien de gesubsidieerde auto na subsidiebetaling de stad uitrijdt. Dit geldt niet alleen in gevallen van export van de auto naar het buitenland, maar ook indien de auto verkocht wordt aan een nieuwe eigenaar buiten de stad. Daarmee wordt wat de VVD betreft het paard achter de wagen gespannen.”
Lees hier de volledige schriftelijke vragen.