4 mei 2015 – Op 23 april werd de discussienota Wonen op de Zuidas die ik met mijn D66 collega Bart Vink schreef besproken in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. Lees hier de volledige discussienota en hieronder mijn inbreng in de raadscommissie:
Allereerst de reden voor het schrijven van de discussienota. In het verleden sprak de gemeenteraad als het over de Zuidas ging vrijwel alleen over kantoren, grondexploitaties en het Zuidasdok. Terwijl wij willen dat dit gebied een echte stadswijk gaat worden en het stedelijk weefsel tussen Zuidas, Oud-Zuid en Buitenveldert wordt geheeld. Wonen op de Zuidas is wat ons betreft echt anders dan wonen in reeds bestaande buurten van Amsterdam. De ontwikkeling tot een ‘woon-werk wijk’ voegt een hele nieuwe, onderscheidende kleur toe aan het palet toe van woonbuurten in Amsterdam.
Stedelijkheid is daarbij van groot belang. Een stedelijke plek is een plek waar mensen elkaar ook in de openbare ruimte ontmoeten. Daar waar wonen, werken en ontspannen organisch door elkaar heen lopen. Stedelijkheid betekent nabijheid, functiemenging en ontmoeten. Functiemenging en verdichting zijn daarbij instrumenten. In het Duits bestaat een mooi woord voor deze stedelijke openbare ruimte: ‘Optionsraüme’. Wij hebben de Amerikaanse stadssociologe Jane Jacobs in de discussienota met name genoemd. Na de ontwikkeling van de Westelijke Tuinsteden en de Bijlmermeer zijn de stedenbouwers gelukkig tot inkeer gekomen. Stedenbouwkundige maakbaarheid bleek niet te werken en krampachtige functiescheiding werd vervangen door functiemenging. De ontwikkeling van het Oostelijk Havengebied en IJburg zijn gelukkig al anders aangepakt.
Een aandachtspunt is de afstemming tussen solitaire gebouwen onderling qua invulling van de plinten (begane grondverdiepingen) om zo openbare ruimte en met name pleinen te verbeteren. De gemeente werkt inmiddels met een plintenmanager, wat heel goed is. De ruimtes in de plinten worden casco opgeleverd, voor tijdelijke invulling door bijvoorbeeld beginnende ondernemers is het inrichten van casco ruimtes te duur. Bureau Broedplaatsen zou daarom kunnen meedenken over tijdelijke initiatieven. Bestaande gebruikers van het gebied moeten ook worden uitgedaagd om een deel van hun plint te openen, door een publieksfunctie toe te voegen.
Samen met Amsterdam Noord is de Zuidas het uitgelezen gebied om de binnenstedelijke footprint te vergroten. Daarvoor zullen wel functies moeten worden toegevoegd. Tijdens het schrijven van deze notitie ging Expo failliet. Erg spijtig omdat deze functie juist mensen naar de Zuidas wist toe te trekken. Wij hopen dat een doorstart mogelijk is. Ook het tijdelijke initiatief Kino zou een waardevolle aanvulling zijn voor het gebied. In het deelgebied Ravel loopt momenteel een tender voor een multifunctioneel gebouw met een culturele functie en een openbaar toegankelijk rooftoprestaurant. Ook het RAI hotel zal een openbaar toegankelijke bovenste verdieping krijgen. In het Beatrixpark staat bovendien een museale functie gepland.
Geruchten zijn er ook over een Kunsthal op de Zuidas, een succesvolle tentoonstellingsruimte zonder eigen collectie die kan putten uit collecties van andere musea of particulieren. In de Hermitage is sinds kort een vleugel permanent ingericht met schuttersstukken uit depots van Amsterdamse musea. In deze depots zit zoveel kunst dat bezien moet worden of er op de Zuidas niet ook een gelegenheid ontstaat om deze kunst ten toon te stellen.
Een veel gehoorde klacht is de horeca die buiten kantoortijden gesloten is. Dit is een ‘kip en ei’ situatie. Op de langere termijn zal het goedkomen, maar door pop-up en tijdelijke constructies, kunnen we ook op de korte termijn de levendigheid vergroten.
Dan de woonfunctie. Eerst moest het gebied landen bij het grote publiek. “Kan er op de Zuidas ook gewoond worden?” Nu lopen mensen de makelaarskantoren binnen met de vraag “Wanneer komt er weer een nieuw project in de verkoop?” Sinds de crisis wordt er gelukkig meer vraag gestuurd ontwikkeld. Zo ook op de Zuidas. Er worden kwalitatief hoogwaardige woningen gerealiseerd en het woonprogramma sluit ook steeds beter aan op de vraag. Mooie goed ingedeelde appartementen met (grote) goed bezonde buitenruimten, liften en hoge plafonds. De VVD vraagt extra aandacht bij het College voor de topwoonmilieus die er conform de Structuurvisie in de stad moeten komen. De Zuidas is hier een uitgelezen plek voor. In plaats van sociale woningbouw denken wij voor de Zuidas eerder aan woningen voor die het gebied als geheel versterken. In London wordt vaak van ontwikkelaars verwacht dat ze als onderdeel van een ontwikkeling zogenaamde ‘keyworker housing’ realiseren die op die bepaalde plek gewenst is.
Parkeren blijft een issue. Bij woningen op de Zuidas geldt ook voor grotere appartementen vaak een parkeernorm van één, terwijl veel huishoudens twee auto’s hebben. Een tweede parkeerplaats schijnt lastig te huren te zijn, en er is slechts één aanbieder. Dit monopolie heeft geleid tot prijzen van 450 euro per maand. Het College komt hier op ons verzoek op terug. De VVD verwijst naar het door ons aangepaste bestemmingsplan Overhoeks in Amsterdam Noord waar volledige flexibiliteit is toegepast. Huishoudens kunnen daar kiezen voor nul, één of twee parkeerplaatsen. De Zuidas kampt ook met een tekort aan bezoekersplekken op straat waardoor bewoners hun bezoekersparkeerkaart niet kunnen gebruiken.
Ten slotte ben ik ingegaan op het groen in en om de Zuidas. Ondanks de nabijheid van twee scheggen, de Amstel- en de Schinkelscheg, is er weinig groen in de Zuidas zelf. Wij denken dat het goed is om de twee scheggen met elkaar te verbinden via een groen lint. Bijvoorbeeld op het dak van de A10. Daarnaast is ook ‘postzegelgroen’ van belang. Daag daarbij ook ontwikkelaars uit om op een goede manier invulling te geven aan de inrichting van de openbare ruimte en groenvoorzieningen.
Daniel van der Ree