Ga vooral niet leuren
Vorige maand bleek dat vele miljoenen van het extra budget voor armoedebestrijding op de plank blijven liggen. De eerste reactie van wethouder Vliegenthart is om de regelingen nog meer onder de aandacht te brengen en om zelfs een abonnement op armoedevoorzieningen te introduceren. Oftewel, iemand hoeft maar eenmaal per jaar z’n inkomenssituatie door te geven en dan bepaalt de gemeente op welke regelingen de persoon recht op heeft en kent deze automatisch toe. Maar is dit nu wel zo’n goed idee? De VVD vindt van niet.
Wij vinden het belangrijk om gezinnen met een minimuminkomen te ondersteunen. Zeker omdat er dan kinderen in het spel zijn die er zelf niets aan kunnen doen dat zij opgroeien in een gezin met weinig geld. Ook ouderen en groepen die niet meer kunnen werken willen we inkomensondersteuning blijven bieden. Voor alle anderen zien wij het liefst een armoedebeleid gericht op het uit de armoede komen van mensen. Tijdelijke ondersteuning is heel goed maar uiteindelijk is werken en je eigen inkomen verdienen de enige weg uit armoede.
Dit laatste lukt Amsterdam nog niet zo goed. Al jarenlang is 1 op de 5 Amsterdamse huishoudens afhankelijk van de gemeente. Door mensen een abonnement te geven op armoedemiddelen zal dit aantal niet dalen. In plaats van op armoedemiddelen zijn ze dan geabonneerd op armoede en dat kan niet de bedoeling zijn.
Veel mensen die aanspraak maken op het armoedebeleid van Amsterdam hebben een eigen bedrijf of zijn in loondienst. Ondanks hun harde werken, blijft hun inkomen nog steeds onder 120% van het wettelijk sociaal minimum steken. Zij zijn gebaat bij een aanpak die hen helpt om hun inkomsten te vergroten. Door gerichte opleidingen, coaches of hulp bij investeringen en doorgroei kunnen zij blijvend meer eigen inkomsten genereren.
Hetzelfde geldt voor een groot deel van de mensen dat in de bijstand zit. Deze groep vertegenwoordigt ruim 30% van de mensen die aanspraak kunnen maken op armoedevoorzieningen. Zij hebben veel meer aan het vinden en behouden van werk dan aan het plakken van pleisters. Juist nu de economie weer aantrekt, zijn er alle kansen voor hen om aan het werk te gaan en daarmee de armoede achter zich te laten. Wat ons betreft intensiveert de gemeente de huidige aanpak om deze mensen aan het werk te helpen.
Ouderen met een ontoereikend pensioen vormen de derde grote groep die in Amsterdam aanspraak maakt op armoedemiddelen. Voor deze groep is het lastig om hun inkomsten te vergroten. Maar wanneer de gemeente inzet op het zoveel mogelijk mensen aan het werk en dus blijvend uit de armoede te krijgen, kan wel voorkomen worden dat in de toekomst gepensioneerden onder de Amsterdamse armoedegrens komen. Zij bouwen dan namelijk voldoende pensioen op om van te leven.
Het opmaken van de armoedemiddelen mag nooit een doel op zich zijn. Het is veel verstandiger het beleid te richten op het verminderen van het aantal mensen dat leeft van 120% wettelijk sociaal minimum. Niet alleen leg je hiermee de focus op het vergroten van inkomsten en dus zelfstandigheid maar ook op het voorkomen dat mensen terug vallen in inkomsten en daarmee onder de grens van de 120% wettelijk sociaal minimum komen.
Wethouder, stop met het plakken van extra pleisters en ga vooral niet leuren met armoedemiddelen. Formuleer duidelijke doelen op het verminderen van armoede. Zorg dat mensen uit de armoede komen of beter nog: zorg dat ze er niet in komen. Kennelijk is hier nog meer dan voldoende budget voor.
Marianne Poot
Woordvoerder Armoede
VVD Amsterdam