VVD stelt vragen aan het College over gedwongen verhuur tweede huizen

Op 17 augustus jl. verscheen in de Telegraaf een artikel genaamd:’Amsterdam besteelt eigenaar tweede huis’. In het artikel staat dat de Gemeente Amsterdam eigenaren van een zogenoemd pied-à-terre in Amsterdam sommeert hun koopwoning beschikbaar te stellen voor de sociale huurvoorraad.

Op 17 augustus jl. verscheen in de Telegraaf een artikel genaamd:’Amsterdam besteelt eigenaar tweede huis’. In het artikel staat dat de Gemeente Amsterdam eigenaren van een zogenoemd pied-à-terre in Amsterdam sommeert hun koopwoning beschikbaar te stellen voor de sociale huurvoorraad.

Volgens de Telegraaf baseert Amsterdam zich op de Regionale Huisvestingsverordening. Daarin staat dat voor nieuwbouwkoopwoningen onder € 163.625, - een huisvestingsvergunning aangevraagd moet worden. Deze kan verkregen worden wanneer aangetoond wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

Minimumleeftijd 18 jaar

Rechtmatig verblijf in Nederland

Economisch of maatschappelijk gebonden aan de Stadsregio Amsterdam of Almere

In de Regionale Huisvestingsverordening staat verder:’ De gemeente Amsterdam heeft een lagere huurprijsgrens (i.c. de 2e aftoppingsgrens; € 548,18 (prijspeil 1 juli 2009)). Deze gemeente heeft verhoudingsgewijs veel woningen met een lage huur, waardoor geen behoefte bestaat alle huurwoningen tot € 647,53 te reguleren.’

Naar aanleiding hiervan hebben Daniel van der Ree en Frank van Dalen de volgende vragen gesteld:

Klopt het dat de Gemeente Amsterdam vanaf 1 januari 2010 aan 750 huiseigenaren een handhavingbrief heeft gestuurd? Zo nee hoeveel dan wel? Hoeveel van deze woningen vielen in de categorie nieuwbouwkoopwoning en hoeveel niet?

Kan het College aangeven waarom de aangeschreven huiseigenaren niet in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning?

Kan het College aangeven wanneer iemand economisch of maatschappelijk gebonden is aan de Stadsregio Amsterdam en wanneer niet?

Deelt het College de mening van de VVD dat Amsterdam in het kader van Topstad mensen die een carrière nastreven die zich niet alleen binnen Amsterdam ontwikkelt, niet moet belemmeren als het gaat om het gebruik van hun eigen koopwoning als verblijfs –of woonmogelijkheid voor eigen gebruik?

Deelt het College de mening van de VVD dat het belangrijk is voor de stad om mensen die in het buitenland of elders in Nederland, al dan niet tijdelijk, werken of studeren en hun koopwoning willen aanhouden voor Amsterdam te behouden?

Bent u bereid om dit deel van de Regionale Huisvestingsverordening niet uit te voeren?