De VVD heeft berichten gekregen over diverse recente incidenten die zich in de Vondelbuurt hebben voorgedaan. Zo is recentelijk bij een hotel, de manege en een verzorgingshuis ingebroken of is daar een poging tot gedaan. Op zichzelf baren dergelijke incidenten de VVD altijd zorgen.
Maar eveneens zorgwekkend is de wijze waarop een en ander wordt afgehandeld. Naar aanleiding van de inbraken is aangifte gedaan. Aan de hand van videobeelden is te zien om wie het gaat. Echter omdat er geen beelden zijn waarop ook te zien is dat deze personen spullen in handen hebben, is er volgens het Openbaar Ministerie onvoldoende bewijs en is de zaak geseponeerd. Dit geeft onherroepelijk een onbehagelijk gevoel van machteloosheid bij bewoners en ondernemers. Ook lijkt het seponeren van dergelijke zaken niet in lijn met de top 600-aanpak, aangezien de kern daarvan juist is dat wordt opgetreden als “we weten wie het zijn”.
Naar aanl;eiding hiervan heeft Marijn Ornstein namens de VVD-fractie Amsterdam de volgende vragen gesteld:
- Hoe oordeelt het College over bovenstaande?
- Hoe verhoudt het seponeren van zaken waarbij naar alle waarschijnlijkheid bekend is wie de daders zijn zich tot de top 600-aanpak?
- Deelt het College de mening van de VVD dat het seponeren van dergelijke zaken negatief uitpakt voor de aangiftebereidheid, mede omdat het veel tijd kost om aangifte te doen en bijvoorbeeld beeldmateriaal te branden etc.?
- Kan het College inschatten hoe vaak het voorkomt dat bij een zaak naar alle waarschijnlijkheid de dader bekend is, maar dat zijn/haar zaak toch door het Openbaar Ministerie wordt geseponeerd?
- Is de burgemeester bereid om in de Driehoek te bespreken hoe dit soort zaken in het vervolg beter kunnen worden aangepakt?