In Het Parool van zaterdag 7 mei wordt aandacht besteed aan twee broers uit de Diamantbuurt die zich hebben ontwikkeld van hangjongeren tot gewelddadige criminelen. In het artikel ‘Van hangjongere tot gewelddadige crimineel’ uit politiecommissaris Schaap, districtschef Zuid van de politie Amsterdam-Amstelland, felle kritiek op de overheid. Jarenlang zou niet daadkrachtig zijn opgetreden.
Pas in het laatste jaar is volgens Schaap in alle geledingen het besef doorgedrongen dat de overheid ‘over de volle breedte’ moet ingrijpen. Deze veranderde aanpak hangt samen met de komst van burgemeester Van der Laan in plaats van burgemeester Cohen en het aantreden van stadsdeelvoorzitter Slettenhaar van Zuid in plaats van stadsdeelvoorzitter De Vries van Oud-Zuid. In de jaren ervoor werden diverse waarschuwingen, onder andere van Schaap, genegeerd. In die jaren heeft ook de VVD zowel in de gemeenteraad als de deelraad Oud-Zuid regelmatig aandacht gevraagd voor de problemen in de Diamantbuurt en gevraagd om meer krachtige maatregelen.[1] Volgens de burgemeester en het bestuur van Oud-Zuid was dit niet nodig. Tegen de opmerking van VVD-gemeenteraadslid Marijn Ornstein dat de maatregelen ‘too little and too late’ waren, werd door burgemeester Cohen ernstig bezwaar gemaakt.[2] Volgens hem werd er heel veel gedaan, vooral op het gebied van openbare orde en veiligheid.
Gemeenteraadslid Marijn Ornstein heeft de volgende vragen aan het College gesteld:
1. De strekking van het artikel ‘Van hangjongere tot gewelddadige crimineel’ is dat twee broers zich van hangjongeren tot gewelddadige criminelen hebben kunnen ontwikkelen doordat de overheid nooit daadkrachtig ingreep. Hoe oordeelt het College hierover? Is het College van mening dat in deze periode wel daadkrachtig werd ingegrepen? Deelt het College de mening van de VVD dat de nadruk in deze jaren, zoals de VVD destijds al aangaf, teveel op preventie lag en onvoldoende als één overheid werd geopereerd?
2. Politiecommissaris Schaap geeft in het artikel aan dat zijn waarschuwingen over problemen in de Diamantbuurt hem op zowel het Stadhuis als in het stadsdeelkantoor van Oud-Zuid niet in dank werden afgenomen. Klopt dit volgens het College? Zo ja, hoe oordeelt zij hierover?
3. In het artikel wordt erop gewezen dat momenteel minimaal tien zware criminelen afkomstig uit de Diamantbuurt rondlopen, die zware misdrijven plegen, waaronder overvallen. Klopt dit volgens het College? Zo ja, hoe oordeelt zij hierover?
4. Al in 2002 waren er signalen dat jongeren uit de Diamantbuurt dreigden te ontsporen. Kan het College een overzicht geven van incidenten die zich sindsdien hebben voorgedaan, welke maatregelen sindsdien zijn genomen en welke effecten dit heeft opgeleverd? Hoe oordeelt zij hier achteraf over?
5. Zowel in de bestuurlijke reacties op de actualiteit in de gemeenteraad en de interpellatie van de VVD in de deelraad als tijdens een werkbezoek van de commissie algemene zaken van de gemeenteraad aan de Diamantbuurt op 18 november 2009 werd de ingedrukt gewerkt dat de problemen onder controle waren en verder ingegrepen niet noodzakelijk was. Deelt het College de mening van de VVD dat daarmee de aard van de problemen onvoldoende serieus werd genomen? Zo nee, waarom niet?
6. Hoe wil het College voorkomen dat veiligheidsproblemen in de toekomst te lang blijven voortduren en hangjongeren zich kunnen ontwikkelen tot zware criminelen doordat de overheid onvoldoende krachtig ingrijpt? Zijn hiervoor naast de ‘top 600’-aanpak volgens het College extra maatregelen nodig?
[1] Voorbeelden hiervan zijn een actualiteit van raadslid Ornstein inzake jeugdcriminaliteit in de Diamantbuurt op donderdag 28 mei 2009 in de commissie Algemene Zaken van de gemeenteraad en een interpellatie van deelraadslid Kreuger inzake ontwikkelingen Diamantbuurt op 14 april 2008 in de deelraad van Oud-Zuid.
[2] Verslag raadscommissievergadering AZ, 28 mei 2009, p. 8