De afgelopen dagen heeft een ieder kennis kunnen nemen van het tot voor kort (deels) vertrouwelijke dossier MuzyQ. Het gaat daarbij om complexe materie, waarbij zowel de Centrale Stad als Stadsdeel Oost betrokken zijn en waarbij zowel de Centrale Stad als Stadsdeel Oost een aanmerkelijk risico lijken te lopen.
Op basis van de berichtgeving in de diverse media heeft Marja Ruigrok de volgende vragen gesteld:
- Kan het college de raad een beknopte samenvatting geven van de hoofdlijnen van het MuzyQ-dossier gericht op de financiële risico's voor stad en stadsdeel en daarbij expliciet de betrokkenheid van het college en de gemeenteraad?
- Is naar oordeel van het college op enigerlei wijze sprake van staatssteun? Zo ja, in welke zin en voor welk onderdeel? Zo nee, waarom niet?
- Is er naar oordeel van het college sprake van ongeoorloofde staatssteun? Graag een gemotiveerd antwoord.
- Hoe en wanneer kwam de vraag betreffende al dan niet ongeoorloofde staatssteun bij dit dossier bij het college ter tafel en hoe en wanneer is de raad(scommissie) hierover geïnformeerd?
- Klopt het dat de Europese Unie in dit dossier al binnen een termijn van twee maanden een eerste uitspraak zou kunnen doen betreffende het al dan niet verlenen van ongeoorloofde staatssteun?
- Wat pleit er naar het oordeel van het college voor om formeel een melding te doen bij de Europese Commissie om helderheid te krijgen of er in formele zin sprake is van staatssteun betreffende de toenmalige garantstelling? Wat pleit er tegen?
- Nu er kennelijk verschillende juridische opvattingen zijn over of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun, is het naar oordeel van het college verstandig om het zekere voor het onzekere te nemen en in ieder geval de Europese Commissie hierover te laten oordelen?
- Als er sprake is van ongeoorloofde staatssteun bij het verstrekken van de garantie, welke consequenties heeft dit dan volgens het college voor dit dossier en voor welke andere dossiers zou dit gevolgen kunnen hebben?
- Als er sprake is van ongeoorloofde staatssteun bij het aankopen van het pand of het voldoen van de restschuld aan de FGH bank, welke consequenties heeft dit dan volgens het college voor dit dossier?
- In de berichtgeving over dit dossier in de media valt te lezen dat het stadsdeel zelf de exploitatie van het pand ter hand wil nemen en daarvoor zelfs een rechtspersoon (b.v.) wil oprichten. Wat vindt het college van de situatie dat het stadsdeel zelf de exploitatie van het gebouw ter hand zou nemen? Wat betekent dit voor de risico's die de gemeente loopt bij dit dossier?
- Kan het college aangeven of het klopt dat het stadsdeel een rechtspersoon wil oprichten t.b.v. de exploitatie en kan het college aangeven wat bij zo'n rechtshandeling de rol van het college en van de gemeenteraad is?
- In hoeverre is het college ervan op de hoogte of er marktpartijen zijn die het pand willen aankopen en tegen welke prijs? Is het college bereid om daarover in gesprek te gaan met het stadsdeel?
- Kan het college aangeven welke oplossing het college als best passend ziet gegeven de huidige status van dit dossier waarbij zowel wordt gekeken naar het minimaliseren van de financiële risico’s voor stad en stadsdeel als naar de kerntaken die de overheid heeft?
- Wat vindt het college van de vraag van stadsdeel Oost, zoals deze in de media is verwoord, om de financiële consequenties van de voorgestelde oplossing gezamenlijk te dragen? En wat heeft dit voor consequenties voor de stedelijke begroting?
- Welke garantstellingen zijn er in de verschillende stadsdelen en bij het college bekend die ook een dergelijk risico in zich dragen? Is het volgens het college verstandig om een audit te laten doen op alle garantstellingen in de stad op financieel risico en ongeoorloofde staatssteun?
- Kan het college tenslotte aangeven wat zij, mocht aankoop en aflossing aan FGH ongeoorloofde staatssteun blijken, als oplossing ziet?