In de raadsvergadering van 9 november 2011 heeft de gemeenteraad het Amsterdams Ondernemers Programma (AOP) aangenomen.
In de AOP-agenda 2011-2012 is daarbij op verzoek van de de fractie van de VVD vastgelegd dat er geharmoniseerd beleid voor gevelreclame en steigerdoekreclame dient te komen (actie 37d). Dit past in de lijn van het AOP om beleid dat ondernemers raakt zoveel mogelijk te ‘harmoniseren’ en ‘uniformeren’ en waar mogelijk ook te ‘dereguleren’. Door de vaststelling van het AOP heeft de raad besloten af te wijken van de beantwoording van vragen van voormalig collega Van Dalen over steigerdoekreclame door het College. Daarin liet het College nog weten dat stadsdelen geheel zelf gaan over het steigerdoekenbeleid.
In de tussentijd is gebleken dat stadsdelen toch zelf aan de slag zijn gegaan met het maken van beleid op het gebied van steigerdoekreclame. In Stadsdeel West zijn door de deelraad beleidsregels vastgesteld waardoor steigerdoekreclame mogelijk wordt. In Stadsdeel Zuid is inmiddels in de commissie gesproken over reclamebeleid. De deelraad heeft in meerderheid aangegeven een proef te willen met steigerdoekreclame. Haaks daar tegenover staat echter stadsdeel Centrum. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft vier varianten voor toekomstig steigerdoekreclamebeleid neergelegd. In de vergadering van de raadscommissie Bouwen en Wonen c.a. van 13 december 2011 heeft een meerderheid van de deelraad gekozen voor een variant waardoor steigerdoekreclame onmogelijk wordt gemaakt. Portefeuillehouder Oranje heeft daarop aangegeven dit verder uit te werken.
De fractie van de VVD vreest dat het beoogde beleid van stadsdeel Centrum negatieve gevolgen heeft voor zowel de economische keten (van de adverteerders en de reclamebranche tot de schilder en de timmerman die in de panden aan de slag zouden gaan). Ook zullen naar verwachting minder (monumentale) panden worden opgeknapt vanwege het wegvallen van inkomsten. Ook de gemeente gaat rechtstreeks inkomsten mislopen door het nieuwe beleid.
Reden voor Marja en Maurice om de volgende vragen te stellen:
- Hoe verklaart het college de grote verschillen tussen het beleid van de stadsdelen op het gebied van steigerdoekreclame, terwijl het AOP uitgaat van ‘geharmoniseerd’, ‘geüniformeerd’ en ‘gedereguleerd’ beleid tussen de stadsdelen?
- Hoe oordeelt het college over variant 1 van stadsdeel Centrum, waardoor steigerdoekreclame in de binnenstad verdwijnt? Hoe oordeelt het college over de consequenties die dit heeft voor de economie en het opknappen van (monumentale) panden?
- Deelt het college de mening van de fractie van de fractie van de VVD dat het getuigt van weinig behoorlijk bestuur van stadsdeel Centrum dat een jaar nadat het vorige steigerdoekreclamebeleid (na jarenlange discussie) is ingevoerd nu alweer een zeer drastische wijziging wordt doorgevoerd? Zo ja, welke consequentie verbindt zij hieraan? Zo nee, waarom niet?
- Is het college bereid in overleg te treden met het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum om te voorkomen dat beleid tot stand komt waardoor steigerdoekreclame onmogelijk wordt gemaakt. Zo nee, waarom niet?
- Welke stappen gaat het college zetten om te bevorderen dat de AOP-agenda op het gebied van steigerdoekreclame wordt uitgevoerd zoals afgesproken?