2013 is een belangrijk jaar voor Amsterdam. De grachtengordel bestaat 400 jaar, het Concertgebouw 125 jaar, het Van Gogh Museum 40 jaar, en ga zo maar door.
Tijd voor feest! De musea in de stad doen ook mee: met een beetje geluk zijn zowel het Rijksmuseum als het Stedelijk weer open en in volle glorie. Helaas bereikte ons vorige week het bericht dat de collectie van het Van Gogh museum – jaarlijks goed voor ruim anderhalf miljoen buitenlandse bezoekers – drie maanden niet te zien zal zijn.
Wat is er aan de hand? Het Van Gogh heeft al een aantal jaar in de planning staan dat het gaat verbouwen: vanaf oktober 2012 moet het museum zeven maanden dicht om ‘de veiligheid en de conditie van het gebouw op lange termijn te kunnen waarborgen’. Het museum had zelfs geregeld dat haar collectie tijdens de sluiting in een ander museum te zien was: de Hermitage was bereid gevonden om de topstukken een poosje op te hangen. Een prima staaltje van samenwerking tussen twee belangrijke musea in de stad. Alles leek in kannen en kruiken.
Helaas bleek er een foutje te zijn gemaakt. De Hermitage is niet voor zeven, maar slechts voor vier maanden beschikbaar. Tijdens het feestjaar 2013 zou dus drie maanden de werken van Van Gogh en de andere 19e eeuwse kunstenaars niet te zien zijn. Een beetje onhandig, en ook tamelijk knullig. Wethouder Gehrels van Cultuur meldde terstond in de gemeenteraad dat zij met alle betrokkenen op zoek zou gaan naar een oplossing. Die oplossing is er nu: de huur bij de Hermitage wordt met drie maanden verlengt. De rekening voor deze verlenging wordt voor een groot deel bij de gemeente gelegd. Kosten: 600.000 euro.
Dit roept een hoop vragen bij ons op. Hoe is het toch mogelijk dat er zo’n fout is gemaakt? Als we deze aanvraag nu honoreren, hoeveel andere culturele instellingen staan er dan binnenkort op de stoep om ook ondersteuning te vragen? Het Van Gogh is een rijksmuseum: is er ook aan Den Haag om een financiële bijdrage gevraagd? En waarom wordt er überhaupt direct naar de overheid gekeken, voor hulp en financiële ondersteuning, om in een door de instelling zelf gecreëerd gat te springen? Als de Bijenkorf gaat verbouwen, een fout maakt in de berekening en dientengevolge zich geconfronteerd ziet met een sluiting van drie maanden, dat zouden ze dat ook zelf oplossen. Dat doen ondernemers namelijk.
Het Van Gogh krijgt jaarlijks ruim 7 miljoen euro subsidie van de rijksoverheid. Daarnaast haalt het zelf nog 27 miljoen euro aan eigen inkomsten binnen – wat ontzettend hoog en ontzettend goed is. Maar dat het daarbij nog extra ondersteuning nodig heeft, terwijl de stad honderden miljoenen moet bezuinigen en bovendien andere culturele instellingen het vel over de neus wordt gehaald, dat is niet goed te verkopen. Daarom roepen wij de Hermitage en het Van Gogh op zich ware culturele ondernemers te tonen en zelf een oplossing te vinden alvorens direct bij de stad aan te kloppen.
Marja Ruigrok & Evelien van Roemburg
Woordvoerders Kunst & Cultuur voor resp. VVD & GroenLinks