Ondanks zijn jeugdige leeftijd is hij al een bekendheid in politiek Nederland. Als mede-oprichter van de G500 wil hij met 500 jongeren lid worden van de VVD, PvdA en het CDA om zo de partijprogramma's te beinvloeden. We spreken met hem over zijn beweegredenen, achtergrond en de toekomst.
Wie is je vader en wie is je moeder?
Mijn vader werkt in de projectontwikkeling, hij heeft een groot deel van de stadsontwikkeling van Almere gedaan. Mijn moeder heeft de laatste twaalf jaar niet gewerkt, ze heeft een zeer ernstig ongeluk gehad waar ze lang van heeft moeten revalideren. Ik ben grotendeels opgegroeid op de Veluwe. Mijn ouders vonden dat een mooi gebied om hun kinderen groot te brengen, je kunt er zeilen en je kunt je uitleven in de bossen, heide en zandverstuivingen.
Waarom ben je een VVD-er?
Ik ben VVD-er om het verkiezingsprogramma van de VVD te beïnvloeden. Om te zorgen dat op het congres weer de ideeën en wensen van leden gehoord worden. En dat de partij scherp wordt gehouden op basis van ons 10-punten plan. Als je het hebt over ‘Orde op zaken’ dan hebben we de afgelopen twee jaar een beetje stil gezeten en kan het veel beter. We zien een overlap tussen een grote centrumpartij en een hervormingsgezinde oppositie en we proberen de VVD dat pad op te sturen.
Een belangrijke boodschap die ik wil overbrengen is dat wij willen verbinden. We zijn geen G500 tegen de rest. Mensen kunnen samen met ons optrekken. Ik hoop dat mensen niet door de vorm worden afgeschrikt.
Uiteindelijk bepalen de kiezers welke partij de grootste wordt. Je kunt proberen de drie grote traditionele partijen dichter naar elkaar toe te krijgen, maar vliegen dan niet de kiezers naar de zijkanten?
We proberen niet de partijen aan elkaar gelijk te schakelen. Maar kijk naar bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek, 82% van de kiezers vindt dat er iets aan moet gebeuren en Stef Blok zegt dat dit voor de VVD taboe is. Dan lijkt het alsof de kiezersrealiteit niet is doorgedrongen in Den Haag. Een ander punt: de economische groei in Nederland is erg laag. Het programma ‘orde op zaken’ had als hoofdthema het verbeteren van de economie en het is niet gelukt. Dan moet je je afvragen hoe dat komt. We hopen dat bij de volgende verkiezingen de VVD meer hervormingsdrift gaat tonen, niet alleen tijdens de verkiezing maar ook in een eventuele regering.
Welk van de tien punten uit je tienpuntenplan is het belangrijkst?
Dat is een beetje als vragen van welk kind je het meest houdt… Als je het puur budgettair bekijkt dan liggen in de zorg en de pensioenen de grootste problemen. We willen met ons tienpuntenplan ongeveer 10% van het BBP omgooien en hebben dekking voor ongeveer 9%. We zijn met gerenommeerde hoogleraren dit precies aan het uitrekenen. Maar ik vind het verhaal met betrekking tot dekking voor onze plannen vooral praktisch. We hebben principes en idealen die we naar voren willen brengen en zijn nu aan het rekenen of het kan.
Wat zie je als het grootste obstakel naar hervorming van zorg en pensioenen?
Wat betreft de pensioenen is er ongelooflijke weerstand vanuit de sociale partners en de pensioenfondsen zelf. Die willen bijvoorbeeld niet dat mensen hun eigen risicoprofiel kunnen kiezen. Ook vanwege de omvang is er veel weerstand, het gaat om een pot van 850 miljard euro dus dat betekent dat er per definitie grote belangen achter schuilgaan.
Binnen de zorg ligt het heel gevoelig. Dat gaat over de kwetsbaarheid van mensen. Daar merk je zoveel weerstand dat men niet eens naar de inhoud wil kijken. Maar als we zo doorgaan betalen we in 2040 ongeveer een derde van ons inkomen aan zorg. Dat systeem gaat instorten of mijn generatie gaat het zelf regelen en onttrekt zich aan collectiviteiten, wat tegen die tijd naar mijn inschatting dan ook mag. Dan verdwijnt de solidariteit.
Wat was je meest leerzame nederlaag?
Dat was het ongeluk van mijn moeder, waar ik letterlijk heb kunnen zien hoe het leven in een oogwenk totaal kan veranderen. Dat is aan de ene kant een nederlaag, aan de andere kant een eyeopener dat je heel erg in het nu moet leven. Als je iets wilt en kunt, dat je het dan ook nu moet doen. Dat is een van de meest drijvende factoren in mijn leven. En het is belangrijk dat je dit leven waardeert, dat je het goed houdt met de mensen om je heen en zorgt voor je eigen geluk.
Wat was je meest leerzame triomf?
We hebben in he LAKS (Landelijk Actie Komité Scholieren, red.) anderhalf jaar gestreden tegen de 1040 uren norm, dat per jaar 1.040 uur moet worden les gegeven. Via landelijke politiek, een onderzoekscommissie en demonstraties hebben we de politiek beïnvloed. We hebben toen op meerdere paarden gewed, waarbij we ook met schoolbestuurders een eigen brancheorganisatie hebben opgericht. Uiteindelijk is via die brancheorganisatie de verandering in de wet gebracht. Het was een stille triomf, de media zaten er niet op maar het ging om een bedrag van 300 miljoen euro. Als je als scholier van 17 dat weet weg te douwen van tafel is dat een grote overwinning. De belangrijkste les daarvan was dat je nooit op één paard moet wedden.
Hoe kijk je aan tegen de rol van ideologie in de politiek? Het lijkt alsof je dat niet belangrijk vindt omdat je overal lid van wordt.
Wat wij vooral doen is het maken van een analyse van verdelingsvraagstukken. Het verschil tussen Christendemocraten en Liberalen is dan niet zo groot meer. Noem dat pragmatisch, noem dat praktisch, maar daar zit wel een bevlogenheid achter. Ik zie de antwoorden op de vragen van onze tijd niet binnen de kaders van een ideologie.
Wat vind je van het liberalisme?
Ik voel me het meest verwant met het liberalisme. Maar mijn politieke helden zijn vooral sociaal-democraten.
Wie is je favoriete politicus?
Tony Blair. Hij wist dat beleid niet links of rechts is, goed of slecht, maar het werkt of het werkt niet. De manier waarop hij politiek bedreef was een grote prestatie na de ongelooflijke polarisatie van voor die tijd. Hij was ook niet te vangen. Hij oversteeg bijna de kleur van die partij omdat hij zelf een eigen unieke agenda wist neer te leggen. Hij was heel goed in het denken in nieuwe vormen binnen oude structuren.
Wat is je favoriete plek van Amsterdam?
Ik word heel gelukkig van ’s nachts fietsen door de stad. Als het leeg is, het water kabbelt en de lampjes op de bruggen branden. Deze stad is in zijn compleetheid heel mooi. Je hebt ook steden zoals bijvoorbeeld Marseille, waar elk gebouw op zich heel mooi is maar het totaal niet klopt. Er is in Amsterdam niet een enorm hoogtepunt maar omdat het totaalbeeld klopt is het toch een superprettige stad.
Waarom ben je een Vrije Amsterdammer?
Ik ben enorm gesteld op mijn vrijheid en eigen ruimte. In Amsterdam kun je doen wat je leuk vindt en een beetje onzichtbaar zijn af en toe. Wat ik ook leuk vind aan deze stad is dat alle debatten waar de zaken echt op scherp worden gesteld vaak in Amsterdam plaats vinden.
Tekst: Arnoud van Dalen en Cor Mandemaker
(Redactiecommissie)