Op 30 juli 2012 berichtte Het Parool dat de gemiddelde WOZ-waarde in Amsterdam – in tegenstelling tot de rest van Nederland- is gestegen van € 249.000, - naar € 250.000, - terwijl de huizenprijzen de afgelopen jaren zijn gedaald. De WOZ-waarde wordt gebruikt voor het berekenen van de onroerende zaakbelasting. Ieder jaar zorgt Amsterdam ervoor dat de inkomsten voor de gemeente uit de OZB - afgezien van een inflatiecorrectie- min of meer gelijk blijven.
De WOZ-waarde wordt niet alleen gebruikt om de hoogte van de onroerende zaakbelasting te bepalen maar heeft ook gevolgen voor de inkomstenbelasting en successierechten evenals de watersysteemheffing.
Aanleiding voor Werner Toonk en Daniel van der Ree om de volgende vragen te stellen:
- Is het College bekend met de berichtgeving in Het Parool? Hoe verklaart het College de stijging van de WOZ-waarde ten opzichte van de daling van de huizenprijzen in Amsterdam en de daling van de WOZ-waarde in de rest van Nederland? Gaarne een nadere uitleg.
- Welke consequenties heeft de stijging in Amsterdam van de WOZ-waarde voor huizenbezitters en pandeigenaren?
- Is het College van mening dat een relatief hoge WOZ-waarde negatieve gevolgen heeft voor bezitters van huizen en panden in Amsterdam ten opzichte van huizen –en pandenbezitters elders in het land? Gaarne een motivatie.