Afgelopen verkiezingsdag, 12 september jl., lukte het in een boerka gehulde verslaggever van PowNews om in Amsterdam te stemmen. De man in kwestie kon met het behulp van een geleend paspoort van een vrouw, zonder zijn gezicht te tonen, een stembiljet invullen en dit in de stembus stoppen.
VVD Amsterdam hecht er grote waarde aan dat alle leden van stembureaus eenduidige en duidelijke instructies krijgen zodat het stemmen ordentelijk en volgens de wet verloopt. Als dit niet het geval is, moet de Gemeente Amsterdam er zorg voor dragen dat dit in de toekomst wel gebeurt. Daarom waardeert de VVD het ook ten zeerste dat een verslaggever middels een reportage misstanden op een Amsterdams stembureau aan het licht heeft gebracht.
Robert Flos en Daniel van der Ree stelden de volgende vragen aan het College:
1) Kan het College aangeven op welke wijze en met welke criteria de leden die de bezetting van Amsterdamse stembureaus uitmaken, worden geselecteerd?
2) Kan het College aangeven op welke wijze de leden van stembureaus instructies hebben gekregen om hun taken tijdens de verkiezingsdag te vervullen? Gelden die instructies alleen voor de stembureauvoorzitters?
3) Is het College van mening dat alle leden van het stembureau in kwestie voldoende zijn geïnstrueerd om hun taken adequaat te vervullen? Hoe controleert de Gemeente dit? Zijn de instructies en de wijze waarop deze gegeven worden voor ieder stembureau gelijk?
4) Waarom heeft volgens het College niemand op het stembureau de identiteit van de stemmer aanvullend bevestigd?
5) Is het College op de hoogte van andere aan stemfraude gerelateerde incidenten in Amsterdam op afgelopen verkiezingsdag? Zo ja, welke?
6) Is het College het met de VVD eens dat in dit geval het aantonen van misstanden bij een stembureau zwaarder moet wegen dan de begane stemfraude? Graag een motivering van het antwoord.