Daniel van der Ree: "Toen de VVD in 2010 toetrad tot het stadsbestuur wilden we drie zaken op woongebied: minder sociale huurwoningen, meer koopwoningen en meer vrije sector huurwoningen. In het programakkoord werd daarom de doelstelling opgenomen om het middensegment te versterken." Met de woningcorporaties werd afgesproken dat zij 35.000 woningen mogen verkopen. Later werd in het kader van het gezond maken van de grondbalans het percentage sociale huurwoningen in nieuwbouwprojecten in Amsterdam Oost en West verlaagd van 30% naar 20%.
Ook de zogenaamde schaarstepunten van het kabinet Rutte 1 (ook wel de ‘Donnerpunten’ genoemd) hebben geholpen. Drie jaar geleden was de maximale huur voor een sociale huurwoning in Amsterdam Zuid nog net zo hoog als die van een vergelijkbare woning in Delfszijl. En daar zijn we nu van af.
Daniel van der Ree: "Na vier jaar zijn de resultaten in Amsterdam veelbelovend. Het aantal vrije sector huurwoningen is maar liefst gestegen met 75%. Toegegeven, we kwamen van ver. In 2009 was 6,1% van alle Amsterdamse woningen een vrije sector huurwoning, in 2013 was dat 10,5%."
Ook het aantal koopwoningen nam toe, ondanks de crisis en de problemen die we de laatste jaren op de koopmarkt zagen. Vorig jaar verkochten de Amsterdamse corporatie ruim 1.800 woningen. Het overgrote deel bereikbaar voor Amsterdammers met een middeninkomen. De gemiddelde prijs lag rond de 160.000 euro.
In onderstaande tabel is de zo noodzakelijke verschuiving tussen de drie woningmarktsegmenten goed te zien:
| 2009 | 2011 | 2013 |
koop | 28,9% | 30,2% | 31,5% |
vrije sector huur | 6,1% | 8,5% | 10,5% |
sociale huur | 65,1% | 61,3% | 58,0% |
bron: WiA 2013
De VVD wil nu doorpakken: het percentage sociale huurwoningen gaat geleidelijk naar 30% en we versterken het midden en hogere segment. Vooral de middendure huurwoningen (met een huur van 700 tot 930 euro per maand) zijn momenteel hard nodig in de stad.
De cijfers van het tweejaarlijkse woononderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ 2013 zijn hier te vinden.