Door stroomstoringen kunnen ondernemers hun bedrijf niet openen of sluiten en klanten kunnen niet worden geholpen hetgeen veel financiële schade oplevert. Daarnaast leidt stroomuitval tot verschillende ongemakken die groter worden naarmate de stroomstoring aanhoudt. Stroomuitval kan ook tot computerstoringen leiden die grote gevolgen kunnen hebben. Doordat ICT-netwerken onderling verbonden zijn, kan een lokale storing een kettingreactie met grote gevolgen veroorzaken.
Marja Ruigrok (VVD), Jan Bert Vroege (D66) en Guus Bakker (D66) stelden de volgende vragen:
1) Hoe ziet het collega haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de stroomvoorziening in Amsterdam?
2) Is het college het eens met D66 dat een voor een gastvrije en creatieve kennisstad als Amsterdam een betrouwbare energievoorzienig van cruciaal belang is?
3) Kan het college een overzicht geven van het aantal storingen, de omvang in tijd en gebied en de oorzaak vanaf 2010?
4) Kan het college een inschatting geven van het schade voor ondernemers in Amsterdam als gevolg van de stroomstoringen?
5) Heeft het college regulier overleg met de netbeheerder Liander over de storingen in Amsterdam?
6) Is er volgens het college een aanwijsbare oorzaak die leidend is bij het veroorzaken van stroomstoringen?
7) Voldoet het stroomnetwerk overal in Amsterdam aan het minimale niveau wat betreft kwaliteit, stabiliteit etc.?
8) Is de gemeente voldoende op de hoogte van de locatie van ondergrondse leidingen op haar grondgebied conform de Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Netten?