Het college heeft op 22 september 2015 besloten een deel van de bijstands- gerechtigden te compenseren voor de gevolgen van de zogeheten kostendelersnorm. Deze norm geldt per 1 juli 2015 voor huidige bijstandsgerechtigden, waarbij er vanuit wordt gegaan dat mensen die samenwonen ook samen kosten kunnen delen en daardoor met een lagere uitkering toe kunnen. Amsterdam trekt nu € 190.000 uit om een specifieke gezinssamenstelling, namelijk mensen die in één huis wonen waarvan één partner geen verblijfsstatus heeft, te compenseren voor inkomensverlies door de kostendelersnorm.
De fractie van de VVD vindt dit hoogst onwenselijk. Deze specifieke gezinssamenstelling behoeft geen financiële compensatie, aangezien de partner zonder verblijfsstatus illegaal in Nederland verblijft, bijvoorbeeld als uitgeprocedeerde asielzoekers. Hij kan en moet vertrekken, waardoor de kostendelersnorm niet meer geldt voor de andere partner.
Marianne Poot stelt de volgende vragen aan het college:
1 De compensatie voor de kostendelersnorm geldt voor gezinnen waarbij één van de partners geen geldige verblijfsstatus is en dus illegaal in Nederland is. Welke overwegingen liggen ten grondslag aan het collegebesluit om juist deze groep te compenseren? Gaat het in dit geval onder andere om uitgeprocedeerde asielzoekers, vluchtelingen, mensen met een asielstatus of anderszins zonder verblijfsstatus in Nederland?
2 Op welke manier wordt de voorgenomen € 190.300 euro financieel gedekt?
3 Is het college het met de VVD eens dat het onwenselijk is om juist deze groep financieel te compenseren, aangezien een persoon zonder verblijfsstatus Nederland moet verlaten, waardoor de andere partner niet meer met de kostendelersnorm te maken heeft?
4 Uit het op 22 september 2015 verspreide zwartboek van Groot MO/GGZ Amsterdam blijkt dat de kostendelersnorm voor verschillende groepen (ex- gedetineerden, mantelzorgers etc.) gevolgen heeft voor het inkomen. Is het college het met de VVD eens dat, mocht het college tot compensatie willen overgaan, deze groepen méér voor de hand liggen dan de gezinnen met een statusloze partner? Zo nee, waarom niet?
5 Uit landelijke wetgeving (Koppelingswet) blijkt dat het de expliciete bedoeling van de wetgever is geweest om ervoor te zorgen dat mensen zonder geldige verblijfsstatus geen aanspraak kunnen maken op voorzieningen, om hun onrechtmatig verblijf in Nederland niet te prolongeren. Is het college het met de VVD eens dat Amsterdam hier een ontoelaatbaar ruime compensatie van landelijke wetgeving kiest, waardoor de intenties van de landelijke wetgever worden genegeerd? Zo nee, waarom niet?
6 Is het college, gezien het vorenstaande, bereid het besluit om tot compensatie over te gaan per direct terug te draaien? Zo nee, waarom niet?