Algemene Beschouwingen 2017

Vandaag nam VVD-fractievoorzitter Marja Ruigrok deel aan de Algemene Beschouwingen over de Voorjaarsnota in de gemeenteraad. Lees hier haar betoog.

Voorzitter,

Jolanda verkoopt weer bloemen. Haar bloemenstal Thejo’s bloemen dreigde te verdwijnen omdat er een aantal zaken niet goed geregeld waren. Ik ging er langs en ik was niet de enige. Betrokken klanten, bevriende ondernemers in de straat en diverse politieke partijen, zowel uit de stad als de bestuurscommissie wilden een oplossing voor de bloemenvrouw. Het verdwijnen van de bloemenstal was een ongewenste uitkomst van bestaande regels en procedures. En doordat zovelen zich hebben laten horen is de gewenste uitkomst uiteindelijk bewaarheid.

Voorzitter, de episode met de bloemenkraam heeft mij nog meer het karakter van de gemeentepolitiek laten beseffen. Waarvoor zitten wij hier bij elkaar in deze zaal? Voor de Amsterdammer natuurlijk. Toch zal slechts een heel beperkt aantal mensen weten dat we nu de Algemene Beschouwingen (met hoofdletter) houden.

Gemeentepolitiek is concrete politiek. Hoe de gemeentepolitiek om is gegaan met de bloemen laat goed zien wat de kracht van de lokale politiek is, of in ieder geval zou kunnen zijn. Ik heb het altijd bijzonder eervol gevonden om gemeenteraadslid te mogen zijn in onze mooie stad. Ik ben trots op de momenten waarin we als politiek zoveel mogelijk overlaten aan de Amsterdammers zelf, zoals de freezones of de samenwerking met buurtbewoners voor een schonere Pijp. Amsterdam is inderdaad van de Amsterdammers, laten we ze dan ook het vertrouwen geven en initiatieven aan hen over laten.

Ik heb gezien dat Amsterdammers heel goed en effectief in staat zijn in het bereiken van resultaten voor onze mooie stad. We zien erfpachters massaal inspreken waardoor er nu een verbeterde overstapregeling is. We zien bewoners contact zoeken met de gemeente om soms heel eenvoudige dingen te realiseren, zoals geveltuintjes of slimmere handhaving in winkelstraten. Samen maken we de stad.

Ook in de gemeentepolitiek kunnen we de verschillen tussen oppositie en coalitie overbruggen. Niet altijd, eigenlijk helemaal niet zo vaak, maar soms lukt het. Bijvoorbeeld in de aanpak van eenzaamheid of onze gezamenlijke afkeer van mensen die geweld gebruiken tegen Amsterdamse LHBTI’ers. Op dat soort momenten laten we als politici zien dat de politiek er daadwerkelijk voor iedereen is.

Voorzitter, ondanks de soms negatieve verhalen in media en in deze zaal gaat het fantastisch met Amsterdam. De economie groeit als kool, steeds meer werkzoekenden vinden een baan en jongeren een studie. Onze stad is populair bij bezoekers uit binnen- en buitenland. Samen zorgen zij voor banen en de groei van Amsterdam. Volgend jaar komt er volgens UWV in de regio Amsterdam het dubbele aantal banen bij van het Nederlands gemiddelde, met name in de ICT, bouw, detailhandel, dienstverlening, zorg en horeca. En daar zal het dan ook gaan knellen. Hoe krijgen we al die vakmensen binnen? Wat de VVD betreft zetten we nog meer in op bijscholing van onze eigen werkzoekenden, bijstandsgerechtigden en statushouders. We dienen hier een motie voor in.

En ja, bezoekers brengen naast kansen ook uitdagingen met zich mee. Tegelijkertijd maakt het natuurlijk niet uit of afval of overlast wordt veroorzaakt door een bezoeker of een bewoner. De uitdaging is om de overlast, troep en afval te bestrijden, ongeacht wie de veroorzaker is. De Amsterdamse VVD zet zich al jaren in voor het aanpakken van troep en het strikt handhaven van wangedrag (we hebben daar vorig jaar ook boter bij de vis bij de VJN gedaan). En dat gaan we nu ook weer doen. We vragen het college met twee amendementen om een pilot voor intensieve handhaving in burger in het gebied rond de Dam, de Damstraat en het Damrak en om een langere handhaving op het water in de komende zomermaanden.

Daarnaast moeten we als Amsterdammer ook de hand in eigen boezem steken en elkaar durven aanspreken wanneer er buiten de afspraken woningen worden verhuurd of vuil verkeerd geplaatst wordt. We moeten ook niet terughoudend zijn daar elkaar op aan te spreken. In de nieuwe gemeenschapszin is het weer tijd voor het gezamenlijk schoon houden van je straat en het praatje met de buren (ook goed in de aanpak tegen eenzaamheid, een op de 8 Amsterdammers voelt zich wel eens eenzaam. Daar zit natuurlijk ook een buurman of -vrouw bij). Maar ook oppakken en weggooien van zwerfvuil kan je een heel goed gevoel geven, weet ik bijvoorbeeld uit praktijk. Al blijft het wel spannend om tegen iemand te roepen ‘’Hè, je laat wat vallen’’ als je ziet dat iemand vuil op straat gooit. We hoeven niet altijd naar de overheid te kijken, we kunnen ook dingen zelf en samen doen. Individualisme gaat plaats maken voor verbinding, het is de tijdgeest en ik denk dat het mogelijk is. Ook in de politiek.

Door de fijne herinneringen op social media zag ik een uitspraak van Eberhard van der Laan uit 2014. Hij sprak bij de Staat van de Stad de volgende woorden: ‘’Ik heb gemerkt dat wij als stad veel beter zijn in het verzinnen wat er niet mag, dan in het stimuleren wat gewenst is. Daar wil ik verandering in brengen’’. Ik was en ben het hartstochtelijk met hem eens.

Dat, en de doorlopende inzet van dit college om meer grip te krijgen op de leefbaarheid in de stad heeft effect. Voor mij als rechtgeaarde liberaal gaat het soms best ver, maar ik zie ook dat het nodig is. Niet overal en niet altijd, maar wel daar waar het knelt. Restrictief overnachtingsbeleid (met recent de meldingsplicht voor vakantieverhuur om misbruik effectiever aan te pakken), restrictief evenementenbeleid, inzet op divers winkelaanbod (met wortel en stok) en aanvullend beleid op mobiliteit om de groeiende stad bereikbaar te houden.

Daardoor blijft de stad leefbaar voor de bewoners en blijft de bezoeker ook welkom, maar de overlast niet.

Amsterdam groeit als kool en zal dat voorlopig ook blijven doen. Ik geloof net als bepaalde professoren en de Kunstraad in de schaalsprong die Amsterdam moet gaan nemen. Ik heb daar vorig jaar een motie voor aangenomen gekregen die inzet op nog intensievere samenwerking met de Metropoolregio en een motie die ervoor zorgt dat succesvolle experimenten om bezoekers te spreiden en overlast te beperken versneld en structureel in de rest van de stad worden toegepast.

Steden worden overal op de wereld steeds aantrekkelijker en dat zorgt ook hier voor een toename van het aantal Amsterdammers, allemaal op zoek naar een betaalbare woning. Voor de VVD is een ongedeelde stad een stad waar ook genoeg plaats is voor middenhuur en koop. Daarom moeten we blijven bouwen en groeien, naar buiten en naar binnen door potentiële bouwlocaties in de stad te blijven benutten. Om onze stad bereikbaar te houden moeten we blijven investeren in onze stad, met openbaar vervoer, fiets en auto en ruimte bieden voor initiatieven voor nieuwe vormen van transport.

Ook duurzaamheid is een belangrijk speerpunt is van de VVD. Door bijvoorbeeld duurzame startups beter te ondersteunen kan de gemeente het eigen initiatief van Amsterdammers om bij te dragen aan een duurzame wereld helpen ontplooien. De VVD is niet van het straffen en het opgeheven vingertje. De VVD is een partij van kansen zien en grijpen. Er is geen enkele reden waarom duurzaamheid niet op een positieve en innovatieve manier kan worden betrokken bij het Amsterdam van de toekomst, zonder dat je straks van de Stopera niks meer mag en steeds meer moet.

Voorzitter, elk jaar heb ik hier een positief verhaal gehouden, vaak na de dystopische bijdragen van de heer Groot Wassink. Maar wat is er ongelofelijk veel moois gebeurd in Amsterdam. Zoveel positieve ontwikkelingen, waardoor onze stad nu zo waanzinnig populair is. Zolang we blijven inzetten op het omarmen van groei, innovatie en de ondernemerszin van Amsterdammers is er geen enkele reden om te denken dat de toekomst van onze stad anders dan goudgerand zal zijn. En ik noem het bewust al jaren Ondernemerszin en geen ondernemerschap. Ondernemerszin geldt voor alle Amsterdammers. En we moeten ook stoppen met ondernemerschap te zien als de macht van het grootkapitaal. Het is de macht van het MKB, die veruit het grootste deel van de banen creëert en investeert in de stad. We moeten juist de verbinding zoeken met bewoner, bedrijf en bezoeker. Het is jammer dat het de Jan Eef niet gelukt is dit model duurzaam uit te rollen, maar het is in mijn ogen wel het model van de toekomst. Samenwerking tussen bewoners en ondernemers. In mijn laatste bezoek aan het Osdorpplein gaf men aan dat er meer communicatie dan ooit is tussen de groepen en dat de klankbordgroep nog geen geschil te verwerken heeft gehad. Het kan dus wel. Maar het kost tijd. En doorzettingsvermogen. En ondernemerszin dus.

In mijn ogen moeten we elkaar meer durven te vertrouwen, meer durven loslaten en adaptief zijn. Samenwerken en verbonden zijn, innovaties stimuleren en durven om te denken. Het klinkt uit mijn mond misschien zweverig, maar ik geloof in deze vorm van impact maken. En wie is daar nou beter toe in staat dan het hoogste orgaan van de stad, de raad?

Voorzitter, Amsterdam groeit maar onze stad is nog niet af (en zal ook nooit af zijn). Ook volgend jaar moeten we blijven werken aan de toekomst van Amsterdam, met goede zorg voor ouderen, goed onderwijs voor kinderen en zoveel mogelijk mensen aan het werk. Een schone en opgeruimde stad, waar velen van kunnen genieten. Dat is de uitdaging en daar liggen de kansen voor de toekomst. Met een positieve houding is bijna alles mogelijk.

Dank u.

(Alleen gesproken woord telt)