Ondernemen in de stad/Jeroen de Zeeuw

Vier jaar geleden sprak fractie-voorzitter Marja Ruigrok met Amsterdamse ondernemers over hun werk en over overnemen in Amsterdam. In aanloop naar de Dag van de Ondernemer op 17 november as. blikken we terug én vooruit met dezelfde ondernemers. Hoe gaat het nu met hen?

In 2013 sprak Marja Ruigrok met culinair ondernemer Jeroen de Zeeuw voor haar rubriek ‘Ondernemen in de stad’. Toen verzorgde hij gastronomie aan huis en was hij bezig met het schrijven van zijn tweede boek. Ondertussen is hij bezig met het openen van zijn eigen restaurant. We zijn benieuwd hoe het Jeroen de afgelopen jaren is vergaan en hoe het is om als ondernemer een nieuw bedrijf te starten.


Ten tijde van het interview organiseerde u gastronomie aan huis, momenteel opent u uw eigen restaurant. Hoe ervaart u het verschil?

Ik heb in de tussentijd in Utrecht ook een succesvol restaurant uitgebaat en schrijf daarnaast ook kookboeken. Gastronomie bij gasten thuis is erg leuk maar je moet ook veel reizen. De dagen zijn net zo lang als in het topsegment van de horeca, zo niet langer omdat je de ene keer in Maastricht zit en de andere keer in Groningen. Daarnaast moet je alles voorbereiden, inpakken en weer uitpakken op locatie. De genoegdoening en waardering van de gast blijft hetzelfde. Ik vind beide leuk maar vindt het simpelweg een voorrecht dat ik straks op de fiets vanaf huis naar mijn zaak kan toe fietsen…nog goed voor het milieu en de conditie ook ;)

U bent ook eigenaar geweest van een restaurant in Utrecht, Simple. Kunt u daar wat meer over vertellen? Waarom hebt u toch weer besloten een ander restaurant te beginnen?

Dat klopt; ik ben in Utrecht mede-eigenaar geweest van Simple, en heb met deze titel ook een gelijknamig kookboek uitgegeven. De zaak was erg succesvol, we zaten dagelijks vol. Helaas gebeurt het vaker dat compagnons na een aantal jaren van elkaar scheiden en zo geschiedde ook in dit huwelijk. We hebben allemaal veel geleerd in die periode maar voor mij was het tijd om verder te gaan. 

U heeft in het interview aangegeven dat er een wirwar van regels en wetten bestond die heel lastig te begrijpen was. Hoe ervaart u dat nu, bij het openen van uw restaurant?

Tot dusver ben ik door de gemeente Haarlem erg gesteund in mijn keuzes en is men erg behulpzaam. Aan de andere kant zijn er veel regels en wetten waarvan je op voorhand moet uitzoeken welke bepalend en leidend zijn voor jou gewenste concept, en dit kan inderdaad verwarrend zijn. Advies vragen bij de gemeente of een bank bijvoorbeeld kan veel opheldering geven. Daarnaast kan ik iedereen aanbevelen om een zakelijk adviseur in de hand te nemen die verstand van zaken heeft en de onderhandelingen kan voeren met bijvoorbeeld een verkoop-makelaar, een verkopende partij of met een jurist. In mijn optiek kan het wel allemaal wat simpeler. Om een voorbeeld te geven, voor de vergunning aanvraag voor een restaurant moet je door de wet Bibob laten controleren of er geen criminele gelden je bedrijf in stromen. Aan de ene kant is dit een goede ontwikkeling. Anderzijds is het nadeel dat je je vergunningen persoonlijk moet inleveren en dit echt letterlijk een pak printpapier en een inktcartridge kost. Naar mijn idee erg zonde van het geld maar zeker ook voor het milieu aangezien tegenwoordig alles digitaal kan. 


Wat zijn problemen waar u verder nog tegenaan loopt als ondernemer?

Lastige vraag, mijn zaak moet begin december gaan openen, tot nu toe gaat alles redelijk voorspoedig omdat ik me zeer goed heb voorbereid. Het grootste probleem voor de horeca blijft vooralsnog wel om het startkapitaal bij elkaar te krijgen, budgetbewaking toe te passen en kritisch te blijven op jezelf.

Welk gerecht moeten we bestellen als we komen eten?

Langoustines van de plancha!

 

Benieuwd naar het artikel van toen? Bekijk hier de link.

Klik 
hier voor de link naar het VVD-voorstel over deregulering in de horeca.