Eind augustus
las ik in de Folia, het studentenblad
van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam, over de
recente studentenacties tegen ‘kippenhokken’ waar de Amsterdamse studenten
tegenwoordig de hoofdprijs voor betalen. Een van hen vertelde over zijn
persoonlijke situatie die voor velen herkenbaar klinkt. Hij betaalde 520 euro
per maand voor een kamer van 10 vierkante meter in Amsterdam Zuidoost. “Op
Facebook komen soms ook soortgelijke kamers voor 800 euro voorbij, dat is
belachelijk” aldus Pepijn. 800 euro voor
een kamertje van 10m2 is inderdaad veel te veel. En ja, Amsterdam is de mooiste
stad van de wereld waar je als student veel voor over hebt. Maar de huidige prijzen
zijn niet meer redelijk te noemen.
Enkele jaren
geleden verenigden alle Amsterdamse onderwijsinstellingen zich samen met
‘jongeren woningcorporaties’, De Key en DUWO in ‘coalitie kennisstad’. Zij
publiceerden in 2017 een pamflet waarin werd berekend dat Amsterdam per jaar
2.000 extra studentenwoningen nodig heeft met in hoofdzaak een huur tot 410 euro.
Volgens de ondertekenaars van het pamflet is dit te realiseren met nieuwbouw én
met innovatieve verhuurconcepten in bestaande bouw, bijvoorbeeld met friends-contracten
en sociale huurwoningen rondom de campussen.
Beide terechte
oplossingen willen in Amsterdam helaas niet echt van de grond komen. De
nieuwbouw wil niet vlotten en sinds 2018 worden de tekorten alleen maar groter
in plaats van kleiner. Maar ook de woondeelconcepten zijn geen oplossing meer
nadat het stadsbestuur in 2019 de regels flink heeft aangescherpt. Dat laatste
was voor de woningbouwcorporaties zelfs aanleiding om te stoppen met de
friends-contracten. Eeuwig zonde, want het was de ideale manier voor studenten
om samen een huis te vinden. We kunnen in deze stad enkel vooruit als we meer
bouwen en bestaande woningen beter benutten via woningdelen.
Toen ik zelf
student was en in 2005 naar Amsterdam verhuisde om hier te studeren had ik het geluk een jaartje te kunnen wonen in een
studentenhuis waar ik het huis deelde met andere huisgenoten. Dit was een fantastische
ervaring en is een slimme manier om de woningnood het hoofd te bieden. Daarna
had ik het geluk om bij DUWO een jongerenstudio te huren waarvoor ik ca 400
euro betaalde. Ik weet dus hoe belangrijk het is om woondeel-concepten mogelijk
te houden maar ook hoe het is om je eigen betaalbare woning te hebben.
Daarom zal ik
mij de komende jaren in de gemeenteraad hard maken om voldoende aandacht te
houden voor studentenhuisvesting. Zodat studenten niet alleen in Amsterdam
kunnen studeren maar hier ook kunnen wonen, werken en leven. Want dat is de
enige voorwaarde voor de groei van onze kennisinstituten en daarmee voor de
economische, sociale en culturele verrijking van Amsterdam. Ik vind dat het stadsbestuur
tot en met 2022 minimaal 8000 studentenwoningen erbij moet bouwen. Er liggen nu
plannen klaar om maximaal 5850 woningen te gaan bouwen. Zelfs als die allemaal
worden gerealiseerd dan komt dat nog lang niet in de buurt van wat nodig is. Er
is dus nog veel werk aan de winkel.
Hala Naoum Néhmé