Dubbel gefeliciteerd, Claire, want in dezelfde week mocht je twee keer je jawoord geven!
“Bedankt! Naast de mooie toekomstplannen met de VVD gaan mijn vriend en ik ook trouwen inderdaad. Ik heb wel eens rustigere weken gehad.”
Al zal je ook vaak weken hebben met volle agenda’s.
“Dat zeker. De afgelopen vier jaar was niets minder dan een rollercoaster. Raadslid zijn is een nevenfunctie, die zo ongeveer je hele werkweek in beslag kan nemen. Deze nieuwe wereld waar ik blijmoedig in ben gestapt, heb ik me nog wel eigen moeten maken.”
Hoe kwam je daar vier jaar geleden in verzeild en wat is je sindsdien het meest opgevallen?
“Door een paar goede gesprekken, waarna ik ook nog eens flink hoger op de lijst kwam [plek 8, red.] dan ik had verwacht. De afgelopen vier jaar waren een rollercoaster. Zoals ik zei: raadswerk is een nevenfunctie, maar vooral het grote verschil tussen bedrijfsleven en overheid is me opgevallen. Die wereld was helemaal nieuw. En als onderdeel van de oppositie ben je blij als je wat kan bereiken door het tegengas dat je geeft. Zo heb ik als woordvoerder Economische Zaken voor elkaar kunnen krijgen dat de huren voor Amsterdamse ondernemers konden worden kwijtgescholden. Wat je van buitenaf niet ziet, is dat het twaalf maanden duw- en trekwerk heeft gekost voordat er 15 miljoen euro vrijgemaakt werd voor ons initiatiefvoorstel. Ook de grotere terrassen komen uit onze koker, evenals ondernemers die hun afvalstoffenheffing mogen terugvragen. Veel kleine zaken kunnen lokaal voor veel Amsterdammers toch een grote impact hebben.”
In aanloop naar de verkiezingen van 2018 gaf je al aan dat het belangrijk is “om bij te blijven bouwen, vooral voor de middeninkomens”. Daar gaan we je komende campagne zeker ook over horen?
“Wat dat betreft is het tij helaas niet gekeerd nee. We schrijven nu onder leiding van Lennart Salemink een evenwichtig verkiezingsprogramma. Daarin zal je twee à drie hoofdonderwerpen teruglezen en het laat zich raden dat wonen daarbij hoort. Al langer spreek ik me uit over de exodus van de middenklasse uit deze stad. Dat gaat niet alleen over woningbouw. Het gaat bijvoorbeeld ook over opa’s en oma’s die niet meer op hun kleinkinderen komen oppassen wanneer hun ouders werken, omdat het parkeren in de stad ze zo moeilijk wordt gemaakt. Of over het gebrek aan vrije schoolkeus voor je kinderen. Zo’n vertrek laat zien dat de stad op tal van politieke dossiers een stuk aantrekkelijker kan én moet.
En natuurlijk, wonen is niet zo simpel als alleen maar bijbouwen. We willen ook prettig leven, liefst met veel groen. Daar komen vervolgens veel technisch ingewikkelde facetten bij kijken. Maar in de kern vinden we: deze stad moet meer ruimte geven aan de middenklasse. Dus zullen we meer (koop)woningen voor middeninkomens moeten bouwen dan we nu verhoudingsgewijs doen om de scheefgroei recht te trekken. We gaan zeker met voorstellen komen om de middenklasse meer ruimte geven.”
En hoe ga je dat vervolgens voor elkaar krijgen?
“Door met pragmatische oplossingen te komen. Niet alle vraagstukken hoef je ook per se ideologisch te benaderen, instortende kademuren is een tamelijk apolitiek vraagstuk bijvoorbeeld. Wanneer je de juiste dosering weet te brengen tussen pragmatisme en idealisme, dan kun je samenwerken met meer partijen dan je denkt. We zijn nu derde partij van de stad en dat willen we minimaal blijven. We gaan niet voor minder, alleen voor meer zetels. Verder gaat het nu nog niet over coalities, Amsterdam is natuurlijk een links-progressieve stad maar laat eerst de kiezer maar spreken. We moeten elkaar vinden op pragmatisme en ik denk dat wij veel te bieden hebben.”
Wat zijn twee superkrachten die je de komende tijd zou willen inzetten?
“Nou, die linkse geldboom zou ik zelf ook wel op mijn balkonnetje willen hebben staan. Alle verantwoordelijkheden gewoon van je afschuiven door geld bij te drukken. En aangezien ik twee banen combineer, zou ik ook wel onbegrensde energie willen.”
Wat is je favoriete plekje in de stad? En wat is voor jou typisch Amsterdams?
“Het Rembrandtpark, daar woon ik naast. Ook ben ik gewoon heel graag op m’n eigen balkon. Niemand om me heen, even uitzoomen van de hele wereld. En wie me kent zal het niet verbazen, maar je vindt me ook graag op het terras. Als je in de stad bent, zie je ook die kenmerkende leven-en-laten-leven-mentaliteit. In Amsterdam zie je het ene moment de buurman bij de groenteboer, maar loop de hoek om en je gaat op in de anonimiteit. Tegelijkertijd zie ik ook een hang naar gezelligheid. Mensen zijn graag buiten zodra de zon schijnt, gaan graag de terrassen op.”
Wat wil je Amsterdammers in het algemeen en VVD’ers in het bijzonder meegeven?
“Gratis stemadvies: stap uit die abstracte ideologie. Kijk naar de stad, wat vind je dat er nodig is en welke partijen zijn daarvoor nodig? We moeten weer naar oplossingen kijken, de afgelopen vier jaar heeft het te veel stilgestaan omdat de raad het te druk had met ideologie bedrijven. Daardoor zijn de basale vragen een ondergeschoven kindje geworden: kan de Amsterdammer nog wel een dak boven z’n hoofd krijgen, de rekeningen betalen en veilig over straat? Dus kijk naar wat de inwoner van deze stad nodig heeft.
Aan VVD’ers zou ik het volgende nog willen meegeven. Ga met iedereen het gesprek aan en vraag: ben je blij met wat er de afgelopen tijd is opgeleverd? Ben je blij met hoe de stad eraan toe is? Als iedereen twee of drie mensen aanspreekt, dan kan dat veel goeds in gang zetten.”