Topless zwemmen, de stedenband tussen Amsterdam
en Tel Aviv, het functioneren van de AIVD, inkomensafhankelijke boetes of een
ideologische strijd tegen bezorgdiensten. Zomaar een greep uit de onderwerpen
die worden besproken in de Amsterdamse politiek. Maar is dat nou waar
Amsterdammers op zitten te wachten?
De uitdagingen waar onze stad voor staan zijn
groot. Het aantal gezinnen dat de stad de rug toekeert blijft groeien, onze
economie is niet meer stabiel, er beginnen maandag klassen zonder docenten en
de straten liggen er smerig bij. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de
onveiligheid op straat en explosies in woonwijken. Het gebrek aan oplossingen
komt voort uit politieke keuzes die door ons stadsbestuur (PvdA, GroenLinks en
D66) worden gemaakt. De gemeente vraagt inwoners constant om ‘participatie’,
maar geeft niet thuis als dat botst met eigen politieke belangen.
Het Amsterdamse stadsbestuur heeft onvoldoende
aandacht voor kerntaken, zoals het schoonhouden van onze stad en veiligheid op
straat. Dat is terug te zien in het relatief lage bedrag dat beschikbaar wordt
gesteld voor deze gemeentediensten. Maar je ziet het ook in de politieke arena
zelf. Kritische vragen over de schuld van de stad, die stijgt naar 10 miljard
euro, worden met een zucht ontvangen en verworpen. Maar een debat over
diversiteitsquota binnen de gemeentelijke organisatie of wanhopige ouders die
een woning willen huren voor de docent van hun kinderen duurt uren.
Amsterdamse coalitiepartijen verzanden steeds
vaker in microvoorstellen voor de eigen achterban, zonder het grote plaatje te
willen zien. Denk aan het uitdelen van gratis regenboogvlaggen na incidenten
tegen de lhbtiq+ gemeenschap. Een sympathiek voorstel, maar de veiligheid van
deze groep wordt hiermee niet vergroot. Veel belangrijker is het nemen van
concrete maatregelen, zoals extra handhavers of meer cameratoezicht. Of neem
het onderwerp menstruatiearmoede. Geen jonge meid zou zonder
menstruatieproducten naar school moeten gaan en het voorstel lag al snel op
tafel om deze gratis aan te bieden. Een kritische vraag of dan elk tekort door
armoede voortaan een eigen regeling zou krijgen mocht niet worden gesteld.
Uiteindelijk was het nota bene de VVD die voor elkaar kreeg dat
armoederegelingen voor gezinnen zijn verhoogd tot een inkomensgrens van 150%,
zodat meer gezinnen met kinderen in aanmerking komen voor brede ondersteuning
in plaats van voor elk potje apart een aanvraag moeten doen.
Deze politiek, die steeds verder afstaat van de
behoefte van Amsterdammers, zien we in toenemende mate terug. Neem de Nieuwe
Meervaart, het Erotisch Centrum of buurtbudgetten, die door bewoners liever
worden aangewend om te investeren in nieuwe prullenbakken in plaats van een
wormenhotel. En dan het meest recente voorbeeld van het stadhuis versus de
bewoners: de chaos rondom de Weesperknip. Verpakt als onderzoek, zonder
concrete doelstellingen, hield deze proef het dagelijks leven van Amsterdammers
in haar greep. Smerige lucht, ambulances die vaststonden, ouderen die niet van
of naar huis konden. Maar het was enkel de oppositie die ten strijde trok voor
de gewone Amsterdammer. De coalitiepartijen waren stil, bang om in te gaan
tegen hun wethouder.
Deze week begint in Amsterdam het nieuwe
politieke seizoen. Voor de Amsterdamse VVD is het een moment om het jaar af te
trappen met de ambitie om terug te keren naar de kern van ons raadswerk,
namelijk het controleren van de macht en oplossingen bedenken voor de problemen
van de Amsterdammers. Om terug te keren naar onze kerntaken en daadwerkelijk te
zorgen dat Amsterdammers ten minste veilig over straat kunnen. Waar de chaos
bij Waternet net zo zwaar weegt als het verbod op de zogenaamde ‘fatbike’. Daar
horen ook minder sexy voorstellen en debatten bij. Het nieuwe politieke seizoen
is hét moment om Amsterdammers te laten zien dat wij naast hen staan en er voor
hen zijn om problemen op te lossen. Wij roepen onze collega’s op om mee te
doen!
Claire Martens, Fractievoorzitter Amsterdamse VVD
Kune Burgers, Vicefractievoorzitter Amsterdamse
VVD