Interview met raadslid Kune Burgers over het initiatiefvoorstel 'Verkoop minderheid aandelen Amsterdamse Haven om bruggen over het IJ te financieren'

Hoe belangrijk is de Amsterdamse haven?

“Amsterdam is van oudsher nauw verbonden met de haven. Eeuwenlang fungeerde internationale handel als belangrijke groeimotor van de stad, iets wat als uniek gold voor de wereld. Maar ook vandaag de dag is de impact van de haven nog groot. Zo is het Noordzeekanaalgebied de op drie na grootste haven van Noordwest-Europa en de Amsterdamse haven de op één na grootste haven van Nederland. Mede vanwege deze positie is de Amsterdamse haven aangewezen als één van de vijf havens van nationaal belang. Wanneer wordt gekeken naar specifieke beleidsterreinen, wordt dit nationale belang nog eens bevestigd.

Zo reikt de impact van de haven op het gebied van duurzaamheid, werkgelegenheid en de bestrijding van de georganiseerde misdaad veel verder dan alleen de gemeentegrenzen. Zo blijkt uit de laatst beschikbare gegevens dat de haven werk biedt aan ruim 21.500 werknemers. Voor het hele Noordzeekanaalgebied gaat dit zelfs om het dubbele: circa 43.000 banen. Daarnaast kende het Noordzeekanaalgebied in 2022 een economisch toegevoegde waarde van circa €6,7 miljard. Er kan daarom gesteld worden dat de haven een economisch belangrijke positie inneemt voor de hele metropoolregio Amsterdam, in zowel economisch goede als slechte tijden.”

 

Waarom moet er een deel van de aandelen verkocht worden aan de Rijksoverheid?

“Het Havenbedrijf Amsterdam N.V. is een deelneming van de gemeente Amsterdam. De gemeente bezit 100% van de aandelen. In 2013 werd gezegd dat het mogelijk zou worden voor medeoverheden om aandeelhouder te worden. Dit is echter nooit gebeurt. De fractie van de VVD vindt dit om meerdere redenen een gemiste kans.

Ten eerste blijkt uit onderzoek dat de huidige aandeelhoudersstructuur van de Amsterdamse haven niet passend is bij de rol die het op regionaal niveau en nationaal niveau bekleedt. Een andere aandeelhoudersstructuur zou daarom beter recht doen aan de verschillende belangen, want de nationale belangen zijn onvoldoende afgedekt.

Ten tweede kan het toevoegen van een tweede aandeelhouder het Havenbedrijf stimuleren beter, efficiënter en verantwoorder beleid te voeren, aangezien het verantwoording schuldig is aan meerdere aandeelhouders. Het Amsterdamse Havenbedrijf is van de vijf havens van nationaal belang momenteel de enige havenontwikkelaar met slechts één aandeelhouder. Zo kent het Havenbedrijf van Rotterdam, sinds de bouw van de tweede Maasvlakte, de gemeente Rotterdam (70%) en de Rijksoverheid (30%) als aandeelhouder.

Ten derde wil de Amsterdamse haven in 2030 behoren tot de top van Europa’s duurzaamste havens. De haven wil groeien door duurzaam en maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Met name waterstof speelt een belangrijke rol in de transitie naar non-fossiel en in het reduceren van CO2-emissies. Om de infrastructuur voor de waterstofeconomie goed van de grond te krijgen zijn er investeringen nodig die het Havenbedrijf, of de gemeente, niet alleen kunnen doen.

Ten vierde speelt het ruimtegebruik en de woningbouwontwikkeling een grote rol in de haven. Hiervoor is de gezamenlijke inzet van zowel de gemeente, de regio als het Rijk nodig. Bij woningbouwontwikkeling kan gebruik worden gemaakt van de capaciteit en expertise van zowel Rijk als gemeente.

Bovendien verzoekt de Amsterdamse fractie van de VVD het college een meerderheidsbelang te houden in het Havenbedrijf, waarmee het nog altijd haar invloed ter waarborging van de stedelijke ontwikkeling kan uitoefenen. Amsterdam kan door afspraken te maken bij de verkoop duidelijk aangeven hoe zij de toekomst van de haven wil zekerstellen.”

 

Wat te doen met de opbrengsten uit de verkoop?

“Wanneer de gemeente Amsterdam een deel van haar aandelen in het havenbedrijf verkoopt aan het Rijk, zal daar een compensatie tegenover komen te staan. De Amsterdamse fractie van de VVD ziet graag dat in de onderhandelingen met het Rijk de bouw van de bruggen over het IJ worden betrokken, zoals dat in 2020 in gedeelde opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de gemeente Amsterdam in onderzoek is geadviseerd.

De bouw van bruggen over het IJ is een breed gedragen wens van zowel de inwoners van de stad, als van de gemeenteraad. Tot nu toe is het echter niet gelukt uitvoering te geven aan deze plannen. Dit komt voornamelijk door de kosten van de bruggen en de krappe gemeentelijke financiën. Stadsdeel Noord is een van de snelst groeiende stadsdelen van Amsterdam. Met de grootschalige woningbouw is de verwachting dat binnen 30 jaar de populatie van 100.000 mensen naar 150.000 mensen zal stijgen. Om de bereikbaarheid van dit groeiende stadsdeel te kunnen waarborgen, zijn de bruggen hard nodig. De fractie van de VVD hoopt dat met het afstaan van een deel van de aandelen in het Havenbedrijf er een nieuw impuls kan worden gegeven aan de onderhandelingen met het Rijk over de oeververbindingen.”

 

Wat wil je met het voorstel bereiken?

“In het kort verzoekt de Amsterdamse fractie van de VVD het college van burgemeester en wethouders in onderhandeling te treden met de Rijksoverheid over de verkoop van een deel van de gemeentelijke aandelen in het Havenbedrijf Amsterdam N.V.  De opbrengst zou gebruikt moeten worden voor de financiering van de bouw van de bruggen over het IJ. Een exacte prijs voor de aandelen of exact percentage wat wordt verkocht, zou onderdeel van de onderhandeling moeten zijn. Voorwaarde is dat bij een eventuele verkoop, de gemeente Amsterdam wel een meerderheidsbelang houdt. Op deze manier hoopt de VVD een betere economische positie voor een belangrijke economische speler in de stad en regio te bemachtigen, en tegelijkertijd de ambitie voor de bouw van bruggen over het IJ te verwezenlijken.”

 

Kune Burgers, vice-fractievoorzitter en woordvoerder deelnemingen.